Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Koninklijke Machinefabriek Stork BV
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17 november 2009
ECLI:NL:GHARN:2009:BL6935

werknemer/Koninklijke Machinefabriek Stork BV

Ontslag oudere werknemer na hartinfarct wegens bedrijfseconomische redenen leidt niet tot een kennelijk onredelijk ontslag. XYZ-formule. Sociaal plan met representatieve vakbonden

Werknemer (56 jaar) is op 1 november 1990 in dienst getreden van Stork. Op 9 november 2004 is werknemer uitgevallen wegens een hartinfarct. Vanaf 2005 heeft werknemer zijn werkzaamheden op arbeidstherapeutische basis hervat. In oktober 2005 is werknemer 100% arbeidsgeschikt verklaard. De arbeidsovereenkomst is evenwel met toestemming van het CWI per 1 oktober 2006 op bedrijfseconomische gronden opgezegd. Werknemer heeft bij de Nationale Ombudsman een klacht ingediend met betrekking tot de procedure bij het CWI. Volgens werknemer had het CWI advies moeten inwinnen bij het UWV omdat hij in feite een arbeidsgehandicapte werknemer was. De Ombudsman heeft deze klacht gegrond geacht. Bij besluit van 8 november 2006 is werknemer een WGA-uitkering toegekend, op basis van een mate van arbeidsongeschiktheid van 35 tot 80%. Werknemer stelt zich op het standpunt dat sprake is van een kennelijk onredelijk ontslag. De kantonrechter heeft de vorderingen van werknemer afgewezen.

Het hof oordeelt als volgt. Anders dan werknemer stelt, is er geen sprake van een valse of voorgewende reden. Met betrekking tot het beroep op het gevolgencriterium verwijst het hof naar de XYZ-gezichtspunten en -formule. Naar het oordeel van het hof is geen sprake van een kennelijk onredelijke opzegging. Daarbij speelt mede een rol dat werknemer in aanmerking is gekomen voor een regeling conform het sociaal plan.

Volgt bekrachtiging van het vonnis van de kantonrechter.