Algemeen Christelijke Politiebond en Algemene Nederlandse Politievereniging/Politie Regio Haaglanden en Staat der Nederlanden

Politievakbonden zijn in hoger beroep gekomen van het vonnis van de voorzieningenrechter te Utrecht waarin is geoordeeld dat de aangekondigde staking bij het onderdeel Bureau OB geen doorgang mocht vinden op grond van artikel G Europees Sociaal Handvest (ESH). Bureau OB is belast met bewaking van ambassades en gebouwen van internationale organisaties in Den Haag. Zij is in het bijzonder belast met taken op het gebied van handhaving van de openbare orde en veiligheid in het kader van de terrorismedreiging, die de laatste jaren actueel is geworden. De voorzieningenrechter concludeerde dat een beperking op het stakingsrecht in dit geval gerechtvaardigd is ter bescherming van de openbare orde en veiligheid. Bij afweging van het belang van het recht op staking en het belang van de openbare orde en veiligheid dient in dit geval het laatstgenoemde belang te prevaleren, aldus de voorzieningenrechter. Tegen dit oordeel keren de bonden zich in hoger beroep.

Het hof oordeelt als volgt. De veiligheid van te bewaken gebouwen, en met name van de mensen die in of om die gebouwen aanwezig zijn, is een kwestie van nationaal belang en daarmee van nationale veiligheid. Het lijdt geen twijfel dat door terroristische dreiging de nationale veiligheid in gevaar komt. Bovendien heeft de Staat zich verplicht ambassades en internationale organisaties als het Internationaal Strafhof en het Joegoslavië Tribunaal te beschermen. Anders dan de bonden menen, kan het werk van Bureau OB qua beschermingsniveau niet tijdelijk worden verminderd noch kan het werken door derden (bijvoorbeeld het leger) worden verricht. De stelling van de bonden dat enige schade van een werkgever (de Staat) mag worden geduld, faalt. Zij gaan daarmee voorbij aan de essentie: het gaat hier om gevaar voor levens van mensen die in of in de buurt van de gebouwen zijn. Dergelijke schade mag niet gerelativeerd worden en rechtvaardigt de beperking van de actie. Het bestreden vonnis dient te worden bekrachtigd.