werkneemster/B:B Pakketservice Nieuw Buinen VOF

Werkneemster is op 26 september 2008 werkzaamheden gaan verrichten voor B:B, een bedrijf dat zich bezighoudt met pakketbezorging van onder meer TNT. Op 6 november 2008 is werkneemster uitgevallen wegens een ongeval. Thans vordert zij een verklaring voor recht dat sprake is van een arbeidsovereenkomst en vordert zij loon. B:B stelt zich op het standpunt dat de uitdrukkelijke bedoeling van partijen altijd is geweest dat geen sprake zal zijn van een arbeidsovereenkomst, maar van medevennootschap van B:B.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Bepalend voor het antwoord op de vraag of de rechtsverhouding van partijen al dan niet kan worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:610 BW is niet de kwalificatie die partijen daaraan geven. Het zijn de feiten die beslissend zijn. Werkneemster verrichtte arbeid tegen een vergoeding. Deze arbeid diende werkneemster te verrichten conform de instructies van B:B. Zo bepaalde B:B de bezorgroute en de wijze van werken. Daarbij heeft de kantonrechter tevens in aanmerking genomen de maatschappelijke positie van werkneemster, een 22-jarige vrouw zonder relevant arbeidsverleden, in vergelijking met die van de bevoegde vennoten, die sinds jaar en dag als ondernemers in de pakketbranche werkzaam zijn en die middels een afzonderlijke vennootschap van hen beiden een contract met TNT hebben met betrekking tot de bezorging van pakketten, welke activiteiten vervolgens weer zijn uitbesteed aan de vennootschap die in deze zaak als gedaagde is gedagvaard. Er is derhalve sprake van een arbeidsovereenkomst. De kantonrechter vindt steun voor zijn oordeel in het gegeven dat tussen partijen geen schriftelijke overeenkomst is gesloten die erop duidt dat werkneemster als vennoot is toegetreden, terwijl ook van inschrijving in het handelsregister geen sprake is. Voorts is gesteld noch gebleken dat werkneemster vooraf inzage heeft gekregen in de relevante financiële bescheiden van de vennootschap.

Nu sprake is van een arbeidsovereenkomst, heeft werkneemster recht op loon ex artikel 7:629 BW. Nu geen loon is vastgesteld, heeft werkneemster ingevolge artikel 7:618 BW recht op een loon dat met inachtneming van de omstandigheden van het geval naar billijkheid wordt bepaald.