Rechtspraak
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie 's-Hertogenbosch), 25 februari 2010
ECLI:NL:RBSHE:2010:BL9412
A.C.M. Products BV/werknemer
Werknemer is op 5 januari 2004 bij ACM in dienst getreden als bedrijfsleider/commercieel directeur. Ondanks herhaald aanmanen heeft hij voor de jaren 2006 tot en met 2008 niet gezorgd voor een door de Belastingdienst af te geven zogenoemde verklaring geen privégebruik auto, opdat niet de verplichte bijtelling van het autokostenforfait zou behoeven plaats te vinden. Omdat ACM, op verzoek van werknemer, in die jaren geen bijtelling en daarmee verband houdende inhoudingen op het salaris van werknemer had gedaan, heeft de Belastingdienst voor die jaren aan ACM naheffingsaanslagen voor een totaalbedrag van € 17.005,= opgelegd. Thans vordert ACM dit bedrag aan schadevergoeding van werknemer op grond van onrechtmatig handelen. Werknemer stelt zich op het standpunt dat ACM nimmer duidelijke instructies ter zake heeft afgegeven en op grond van artikel 7:661 BW de schade niet kan afwentelen op werknemer.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De naheffingsaanslagen zijn aan ACM opgelegd. Werknemer is ter zake echter de belastingplichtige. ACM is daarom gerechtigd om de bedragen van de naheffingsaanslagen te verhalen op werknemer. Artikel 7:661 BW is niet aan de orde, nu het niet gaat om schade die door werknemer aan ACM is toegebracht, doch om verhaal van door de fiscus opgelegde (naheffings)aanslagen. Het verweer van werknemer dat ACM zelf had moeten controleren of werknemer de auto voor privédoeleinden gebruikte, gaat niet op. Werknemer dient zelf bezwaar te maken bij de Belastingdienst. Indien dit bezwaar gegrond is, dan ontvangt hij de te veel ingehouden belastingen terug van de Belastingdienst. ACM staat hier buiten.
Volgt toewijzing vordering ACM.