Rechtspraak
werknemer/Kargro BV
Werknemer heeft op 11 maart 2009 een beker koffie naar zijn collega gegooid en hem vervolgens een klap in de nek gegeven. Werknemer is vervolgens op non-actief gesteld en op 17 maart 2009 op staande voet ontslagen. In de brief staat opgenomen dat het niet de eerste keer is dat werknemer soortgelijk agressief gedrag vertoont, zodat Kargro genoodzaakt was werknemer op staande voet te ontslaan. Volgens werknemer is het ontslag niet onverwijld verleend en is evenmin sprake van een dringende reden.
Het hof oordeelt als volgt. Gebleken is dat directeur A is belast met personeelszaken. Ten tijde van het incident was A in Moskou. Nadat A is teruggekeerd, heeft hij eerst onderzoek verricht. Pas daarna is werknemer op staande voet ontslagen. Dit betekent dat Kargro naar het voorlopig oordeel van het hof in de periode tussen 11 maart 2009 (de datum van de gebeurtenissen) en 17 maart 2009 (de datum van het ontslag op staande voet) met voldoende voortvarendheid heeft gehandeld, zodat het ontslag op staande voet onverwijld is geschied.
Met betrekking tot de dringende reden overweegt het hof dat in de ontslagbrief wordt verwezen naar ‘eerder soortgelijk agressief gedrag’. Ter zitting heeft Kargro evenwel herhaaldelijk bevestigd dat dit het eerste incident met fysiek geweld is. Dit betekent dat slechts een gedeelte van het door Kargro als ‘dringende reden’ voor ontslag aan werknemer medegedeeld feitencomplex in rechte is komen vast te staan. Ook indien het hof voorshands zou aannemen dat Kargro werknemer ook op staande voet zou hebben ontslagen indien zij daarvoor niet meer grond zou hebben gehad dan in rechte is komen vast te staan, is voorshands onvoldoende aannemelijk dat dit laatste voor werknemer in het licht van de gehele inhoud van die aanzegging en de overige omstandigheden van het geval duidelijk moet zijn geweest. De inhoud van de brief van 17 maart 2009 biedt voorlopig onvoldoende aanknopingspunten voor een dergelijk oordeel. Dit geldt ook voor het door Kargro gestelde verbaal geweld dat werknemer zou hebben gepleegd, nu zij zelf heeft gesteld dat verbaal geweld voor haar geen reden voor ontslag op staande voet oplevert.
Volgt vernietiging vonnis kantonrechter.