bestuurder/Stichting pensioenfonds horeca en catering

Eiser was statutair bestuurder van X Holding B.V., die op haar beurt statutair bestuurder was van La Gare B.V. (La Gare). La Gare was - uit hoofde van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 (Wet Bpf 2000) - gehouden deel te nemen aan het pensioenfonds van de Stichting. Voor wat betreft de jaren 2003, 2004, 2005 en 2006 heeft La Gare niet (volledig) aan haar betalingsverplichtingen jegens de Stichting voldaan ter zake van de door haar verschuldigde pensioenpremies. In verband hiermee heeft de Stichting - op grond van de artikelen 21 en 23 Wet Bpf 2000 - op 19 oktober 2007 een dwangbevel uitgevaardigd jegens eiser, als (indirect) bestuurder van La Gare. Eiser vordert een verklaring voor recht dat er geen sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid aan zijn zijde voor de jaren 2003, 2004 en 2006. Net als in 2005 is er ook over deze jaren sprake van betalingsonmacht, aldus eiser.

De rechtbank oordeelt als volgt. Het feit dat eiser niet in verzet is gekomen tegen de dwangbevelen, brengt met zich dat de hoofdelijke aansprakelijkheid vaststaat. Eiser kan dan ook alleen nog maar tegen de hoogte van deze aansprakelijkheid ageren.

Volgt afwijzing vordering eiser.