Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Ausuma Vorkheftrucks BV
Rechtbank Noord-Nederland, 9 maart 2010
ECLI:NL:RBASS:2010:BM2724

werknemer/Ausuma Vorkheftrucks BV

Omkeringsregel werkgeversaansprakelijkheid. Spuiter heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat hij aan CTE lijdt, ondanks kort dienstverband bij werkgever

Werknemer is sinds 2002 in dienst van Ausma in de functie van spuiter. In 2007 is werknemer uitgevallen wegens concentratieklachten. Werknemer stelt Ausma aansprakelijk voor de schade. Volgens hem heeft Ausma zijn zorgplicht geschonden, door tewerkstelling in een slechte spuitcabine, blootstelling aan toxische stoffen en het niet beschikbaar stellen van goede maskers en handschoenen. Ausma stelt zich op het standpunt dat werknemer niet, althans onvoldoende heeft aangetoond dat hij lijdt aan CTE. Evenmin heeft werknemer aangetoond dat de schade is geleden in de uitoefening van de werkzaamheden bij Ausma. In dat kader wijst Ausma erop dat werknemer ruim 30 jaar spuitwerkzaamheden heeft verricht, waarvan slechts vijf jaar bij Ausma.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Op grond van rechtspraak van de Hoge Raad (HR 23-6-2006, NJ 2006, 354) dient de werknemer te stellen en zonodig te bewijzen dat hij gedurende zijn werkzaamheden is blootgesteld aan voor de gezondheid gevaarlijke stoffen. Voorts dient werknemer te stellen en zonodig aannemelijk te maken dat hij lijdt aan een ziekte of aan gezondheidsklachten die door die blootstelling kunnen zijn veroorzaakt. Wanneer werknemer het bestaan van de klachten en de blootstelling heeft aangetoond en aannemelijk heeft gemaakt dat de klachten door de blootstelling kunnen zijn veroorzaakt, rust op Ausma de verplichting aan te tonen dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan. De kantonrechter is van oordeel dat er gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, mogelijk kanttekeningen zijn te plaatsen of werknemer bewijs heeft geleverd dat hij aan CTE lijdt. Mede gelet op a) het - stabiele - klachtenpatroon van werknemer dat bij CTE past, b) het feit dat uit de medische rapportages niet aannemelijk is geworden dat er mogelijke andere oorzaken zijn aan te wijzen voor de huidige gezondheidsklachten van werknemer en ook zijn arbeidsverleden daartoe geen aanwijzing oplevert en c) er niet van kan worden uitgegaan dat bij CTE in alle gevallen sprake is van een lange incubatietijd, is zij van oordeel dat werknemer voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij aan CTE lijdt, althans aan gezondheidsklachten die door die blootstelling aan gevaarlijke stoffen bij Ausma kunnen zijn veroorzaakt. Ausma dient thans te bewijzen dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan.

Volgt aanhouding voor bewijslevering.