werknemer/werkgever

Werknemer vordert in deze procedure betaling van niet uitbetaalde vergoeding ex artikel 40 van de CAO voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen over de periode vanaf 1 januari 2003 tot 1 september 2007. Partijen verschillen van mening over de uitleg van het begrip 'standplaats'. Werkgever stelt zich op het standpunt dat als standplaats heeft te gelden de locatie waarnaar werknemer is gedetacheerd. Werknemer stelt zich op het standpunt dat als standplaats heeft te gelden de locatie van werkgever.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Aan de hand van de cao-norm moet worden geoordeeld dat als standplaats heeft te gelden de locatie van werkgever. Uit de feiten en omstandigheden blijkt dat werknemer steeds zijn werkzaamheden heeft gestart vanaf deze locatie. Urenlijsten werknemer gelden als uitgangspunt voor berekening vergoeding verblijfkosten, omdat werkgever deze niet heeft teruggezonden.

De vordering van werknemer wordt toegewezen.