Naar boven ↑

Rechtspraak

FNV Bondgenoten c.s./HTM, GvB en RET
Gerechtshof Amsterdam, 4 mei 2010
ECLI:NL:GHAMS:2010:BM3468

FNV Bondgenoten c.s./HTM, GvB en RET

AOW-staking valt onder het bereik van artikel 6 ESH. Staking openbaar vervoer niet in strijd met artikel G ESH

De vervoersbedrijven (GvB, HTM en RET) hebben in kort geding gevorderd dat de door de vakbonden aangekondigde staking in het openbaar vervoer op 7 oktober 2009 tegen de kabinetsplannen de AOW-leeftijd te verhogen van 65 naar 67 jaar wordt verboden. De voorzieningenrechter oordeelde dat de collectieve actie niet onder het bereik van artikel 6 ESH viel en het gevorderde verbod toegewezen. Van dit oordeel zijn de bonden in hoger beroep gekomen.

Het hof oordeelt als volgt. De voorgenomen verhoging van de AOW-leeftijd is weliswaar zelf geen onderwerp van collectieve onderhandelingen (HR 30 mei 1986, NJ 1986, 688 (NS)), maar de AOW-leeftijd is als gegeven zozeer verweven met de arbeidsvoorwaardenpositie van de werknemers dat verhoging daarvan onherroepelijk consequenties zal hebben voor de onderhandelingspositie van de bonden met betrekking tot arbeidsvoorwaarden in die zin dat de onderhandelingspositie daardoor wordt verzwaard. Te denken valt onder meer aan onderhandelingen op het gebied van aanvullende pensioenregelingen, vroegpensionering, aanvullingen tijdens ziekte en arbeidsongeschiktheid. Door verhoging van de AOW-leeftijd komen deze afspraken onder druk te staan bij nieuw cao-overleg. Dat in geen van de cao's de AOW-leeftijd wordt genoemd, doet hieraan niet af.

Anders dan de vervoersbedrijven menen, is de gekozen actievorm niet disproportioneel. De aangekondigde actie was slechts van korte duur en passagiers zouden tijdig geïnformeerd worden, waardoor zij maatregelen konden treffen. Artikel G ESH staat aan de staking niet in de weg.