Naar boven ↑

Rechtspraak

werkgever/werknemer
Gerechtshof Amsterdam, 19 januari 2010
ECLI:NL:GHAMS:2010:BM3048

werkgever/werknemer

Maandelijks fulltime te werk stellen van werknemer tijdens een voorovereenkomst voor de duur van 12 maanden, leidt tot conversie arbeidsovereenkomst ex artikel 7:668a BW

Werknemer is op 1 mei 2008 op basis van een voorovereenkomst werkzaamheden gaan verrichten voor werkgever in de functie van veiligheidsbeambte. Op de overeenkomst is de CAO Particuliere Beveiligingsorganisaties van toepassing. De voorovereenkomst is aangegaan met ingang van 1 mei 2008 voor de bepaalde tijd van twaalf maanden. Partijen hebben evenwel per 1 mei 2008 telkenmale een schriftelijke overeenkomst gesloten, getiteld 'Overeenkomst voor bepaalde tijd' voor de duur van één maand. Werkgever heeft werknemer steeds fulltime ingeroosterd. Werkgever heeft de arbeidsovereenkomst per 1 mei 2009 niet verlengd. Werknemer stelt zich op het standpunt dat sprake is van conversie ex artikel 7:688a BW en vordert loon. De kantonrechter heeft de loonvordering toegewezen. Volgens de rechter was sprake van een schijnconstructie en voldeed de afroepovereenkomst niet aan de eisen van de cao.

Het hof oordeelt als volgt. Anders dan werkgever stelt, acht het hof niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van een voorovereenkomst in de zin van de cao. Het enkele feit dat dat de cao het fulltime tewerkstellen niet uitsluit, maakt nog niet dat het de bedoeling van de cao is dergelijke overeenkomsten toe te staan. Nu de overeenkomst niet als zodanig kan worden gekwalificeerd, is er niet geldig afgeweken van artikel 7:668a BW.

Volgt verwerping van het beroep.