Naar boven ↑

Rechtspraak

Polytalent BV/werknemer
Rechtbank Gelderland, 19 februari 2010
ECLI:NL:RBARN:2010:BM5311

Polytalent BV/werknemer

Studiekostenbeding en proeftijdontslag. Werknemer is verplicht studiekosten te vergoeden

Werknemer is op 1 april 2009 in dienst getreden van Polytalent. In de arbeidsovereenkomst staat een studiekostenbeding opgenomen. Werknemer heeft de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd opgezegd. Thans vordert Polytalent betaling van € 13.000 aan opleidingskosten. Werknemer stelt zich onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad 12 december 2008 (LJN BG1213, AR 2008-760) dat het voor risico van Polytalent komt om opleidingskosten te maken terwijl werknemer nog in de proeftijd zit.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het studiekostenbeding geldt ook tijdens de proeftijd. Anders dan werknemer stelt is wel degelijk sprake van een glijdende schaal wat de terugbetaling van studiekosten betreft, zodat is voldaan aan de eisen van de Hoge Raad (Hoge Raad 10 juni 1983, NJ 1983, 796). De stelling van werknemer dat de proeftijd illusoir wordt, indien een werknemer onverkort aan het studiekostenbeding kan worden gehouden, volgt de kantonrechter niet. Er zijn situaties denkbaar waarin het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat een werknemer de volledige opleidingskosten moet terugbetalen als hij in de proeftijd wil opzeggen – te denken valt aan situaties waarin de grond voor de opzegging is gelegen in een de werkgever te verwijten handelen – maar een dergelijke situatie doet zich in het onderhavige geval niet voor. De reden dat werknemer wilde opzeggen was gelegen in de privésfeer. De reistijd naar het werk viel hem tegen. Werknemer is getrouwd en heeft een jonge tweeling. Hij kreeg ruzies met zijn echtgenote over het late tijdstip van arriveren. Uitsluitend vanwege deze privésituatie heeft werknemer de arbeidsovereenkomst opgezegd.

Uit het door werknemer aangehaalde arrest van de Hoge Raad van 12 december 2008 kan evenmin worden afgeleid dat een werkgever de opleidingskosten van een werknemer die tijdens de proeftijd de arbeidsovereenkomst opzegt, niet kan terugvorderen. In die zaak had de werkgever de vordering gebaseerd op een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van de werknemer. Daarvan was geen sprake, omdat het de werknemer vrijstond de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd op te zeggen. In de betreffende zaak was tussen werkgever en werknemer kennelijk geen studiekostenbeding overeengekomen.

Volgt toewijzing vordering Polytalent.