werknemer/Vereniging Bouwvereniging Huis : Erf

Werknemer is op 1 januari 2006 in dienst getreden van de vereniging Huis en Erf in de functie van statutair directeur. Vanaf de maand december 2009 zijn problemen ontstaan in de relatie tussen werknemer en de raad van toezicht van Huis en Erf. Werknemer heeft een bijzondere ledenvergadering belegd. Nog voordat deze ledenvergadering plaatsvond, heeft de raad van toezicht werknemer op 9 juni 2010 geschorst. Werknemer vordert thans wedertewerkstelling.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Hoewel het schorsingsbesluit niet geheel conform de eisen van de statuten is genomen wegens het ontbreken van twee leden van de raad van toezicht, acht hij dit onvoldoende om het besluit nietig te oordelen. Omdat de aangevoerde redenen voor schorsing onvoldoende zwaarwichtig en gemotiveerd zijn, wijst de kantonrechter de vordering van werknemer alsnog toe. De verwijten aan het adres van werknemer zijn in de eeste plaats te vaag. Dat werknemer zijn geheimhoudingsplicht zou hebben geschonden, door de minister en het ondernemingsraad te informeren over het conflict tussen hem en de raad van toezicht, acht de kantonrechter niet valide. Discussie omtrent zijn arbeidsvoorwaarden en functioneringsverslag kunnen evenmin tot schorsing leiden, daar de raad van toezicht op grond van de statuten hiervoor zelf een verantwoordelijkheid draagt.

Volgt toewijzing wedertewerkstelling werknemer.