werknemer/Lybrae Consultants BV

Werknemer is op 12 augustus 2008 bij Lybrae in dienst getreden in de functie van accountmanager op grond van een arbeidsovereenkomst voor de bepaalde tijd van zes maanden. Op deze arbeidsovereenkomst zijn een non-concurrentiebeding en een relatiebeding van toepassing die werknemer gedurende 12 maanden na einde dienstverband verbieden werkzaam te zijn voor klanten danwel in een straal van 125 km van Lybrae. Dit alles op straffe van een boete. Op 9 januari 2009 is werknemer op non-actief gesteld en op 12 februari 2009 is de arbeidsovereenkomst van rechtswege geëindigd. Werknemer is vervolgens bij Y in dienst getreden. Aanvankelijk als accountmanager Ruimtelijke Ordening (RO), zoals bij Lybrae, en na enkele weken als accountmanager Documentaire Informatie Voorziening (DIV). Lybrae heeft in eerste aanleg gevorderd werknemer te veroordelen tot het betalen van boetes en te verbieden nog langer werkzaam te zijn bij Y. De voorzieningenrechter heeft deze vordering toegewezen. Werknemer keert zich tegen dit vonnis in hoger beroep, stellende dat de bedingen geheel of gedeeltelijk moeten worden vernietigd.

Het hof oordeelt als volgt. Allereerst stelt het hof vast dat Lybrae een gerechtvaardigd belang heeft bij handhaving van het concurrentiebeding. Tevens stelt het hof vast dat zowel het temporele bereik als de geografische reikwijdte van het concurrentiebeding zijn beperkt tot respectievelijk zes maanden en slechts twee provincies. Er is derhalve geen wanverhouding tussen het concurrentiebeding en de beperkte tijd dat werknemer werkzaam is geweest voor Lybrae. Het hof acht derhalve geen termen aanwezig dat de bodemrechter tot gehele vernietiging zal oordelen. Evenmin acht het hof termen aanwezig de boetes te matigen.

Volgt bekrachtiging vonnis voorzieningenrechter.