Rechtspraak
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie 's-Hertogenbosch), 8 juli 2010
ECLI:NL:RBSHE:2010:BN0899
Sligro/werknemer
Werknemer is op 1 februari 2004 in dienst getreden van Sligro in de functie van junior inkoper. De inkoop van Sligro wordt verzorgd door Superunie. Op de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding van toepassing. In november 2004 wordt werknemer benoemd tot inkoper zoetwaren. Werknemer heeft vanaf 2004/2005 zitting in de zoetwarengroep van Superunie. Superunie vervult een rol bij de inkoop van levensmiddelen zowel voor Sligro als voor de supermarkten. Werknemer heeft de arbeidsovereenkomst per 1 april 2010 opgezegd en is in dienst getreden van Bijeen. Bijeen is een soortgelijke onderneming als Superunie. Sligro vordert thans een voorschot op de verbeurde boetes wegens overtreding van het concurrentiebeding.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De functiewijziging in november 2004 is geen ingrijpende wijziging, maar lag in de lijn der verwachtingen. Voorts is niet aannemelijk dat door deze functiewijziging het beding aanmerkelijk zwaarder zou zijn gaan drukken. Het beding is derhalve geldig. Met werknemer is de kantonrechter van oordeel dat het beding niet helder en duidelijk is geformuleerd. Een redelijke uitleg van het beding brengt met zich, dat werknemer wordt verboden bij concurrerende ondernemingen van Sligro in dienst te treden. Bijeen kan niet worden aangemerkt als een concurrerende onderneming van Sligro. Dat Bijeen een concurrentie is van Superunie doet niet ter zake daar het beding niet tussen Superunie en werknemer is overeengekomen.
Volgt afwijzing vordering Sligro.