Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie 's-Hertogenbosch), 30 juni 2010
ECLI:NL:RBSHE:2010:BN1389

werknemer/werkgever

Geen verlof voor toekomstig verhaalsbeslag bij kennelijk onredelijk ontslag. Vergoeding is niet zeer waarschijnlijk en er is geen sprake van een verhaalsrisico

Werknemer verzoekt verhaalsbeslag te leggen onder de Provincie vanwege kennelijk onredelijk ontslag van zijn werkgever. Hem is geen vergoeding aangeboden na de bedrijfsbeëindiging. Werkgever zou drie percelen grond hebben verkocht aan de Provincie Noord-Brabant voor de prijs van € 2.500.000. Van deze koopprijs moet nog 20% worden voldaan, waarvoor werknemer thans verhaalsbeslag verzoekt.

De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. In het algemeen is conservatoir verhaalsbeslag voor een toekomstige vordering niet mogelijk. Voor een uitzondering op die regel is slechts dan plaats indien (a) het zeer waarschijnlijk is dat die vordering inderdaad zal gaan ontstaan en (b) het verhaalsrisico alsdan groot te achten is. Werknemer is 45 jaar en heeft negen jaar voor werkgever gewerkt. Hij is eenzijdig opgeleid en wordt zwaar in zijn belangen geschaad. Gelet op het bovenstaande kan weliswaar worden aangenomen dat het niet onwaarschijnlijk is dat een vergoeding zal worden toegekend, maar daarmee is nog niet aan het genoemde criterium voldaan, te weten dat het zeer waarschijnlijk is dat de vordering zal gaan ontstaan. Voorts ziet de kantonrechter niet in (vanwege de hoge verkoopprijs) dat er een levensgroot verhaalsrisico bestaat ter zake van de vordering van de door werknemer gepretendeerde € 19.000.

Volgt weigering van het verlof.