Naar boven ↑

Rechtspraak

Delta Lloyd/inlener
Rechtbank Midden-Nederland, 25 april 2010
ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2963

Delta Lloyd/inlener

Inlener aansprakelijk voor schade. Geen sprake van bewuste roekeloosheid werknemer. In vrijwarring is assurantieadviseur aansprakelijk gesteld voor het niet afsluiten van een adequate verzekering voor de inlener

Werknemer is op 23 april 2007 door zijn formele werkgever uitgeleend aan X. Tijdens bouwwerkzaamheden voor X is werknemer door een uitsparing in het dak ruim 8 meter gevallen. Werknemer heeft ernstig letsel opgelopen. De formele werkgever heeft de aansprakelijkheid erkend en de afhandeling overgelaten aan Delta Lloyd. X heeft, als materiële werkgever, een boete namens de Arbeidsinspectie opgelegd gekregen. Thans vordert Delta Lloyd een verklaring voor recht dat X aansprakelijk en draagplichtig is voor de schade die werknemer geleden heeft als gevolg van het ongeval.

De rechtbank oordeelt als volgt. Hoewel aan de vordering mede artikel 7:658 lid 4 BW ten grondslag ligt, acht de rechtbank zich vanwege objectieve en subjectieve cumulatie bevoegd. Anders dan X stelt, is artikel 7:658 lid 4 BW wel degelijk van toepassing. De werknemer was in het bedrijfspand aanwezig om werkzaamheden ten behoeve van X te verrichten. Voorts acht de rechtbank sprake van schending van de zorgplicht door X. Dit blijkt reeds uit de boeteoplegging van de Arbeidsinspectie. Het verwijt dat andere aannemers het valnet hebben weggehaald, doet hieraan niets af. Ook de stelling dat sprake is van bewuste roekeloosheid van de werknemer, door de houtenplaat niet verticaal maar horizontaal te dragen – waardoor hij het gat niet kon zien – faalt. Hoewel is gehandeld in strijd met een werkinstructie, leidt dit niet tot bewuste roekeloosheid.

Volgt toewijzing van de vordering door Delta Lloyd.

In vrijwarring is assurantieadviseur aansprakelijk gesteld voor het niet afsluiten van een adequate verzekering voor de inlener (HR 10 januari 2003, NJ 2003, 375).