Rechtspraak
B/werknemer
Werknemer (41 jaar) is sinds 1991 in dienst van A in de functie van monteur. Op 1 september 2008 is A overgenomen door B. Bij B heerst een totaal andere bedrijfscultuur. Thans verzoekt B ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsrelatie. Werknemer zou zich niet willen aanpassen aan de nieuwe bedrijfscultuur. Zo blijft werknemer opvallende horloges en kettingen dragen, is hij niet klantgericht en heeft hij diverse malen scholingsbijeenkomsten gemist. Werknemer betwist het een en ander en stelt zich juist op het standpunt dat B niet openstond voor communicatie.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Gebleken is dat sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie. Met betrekking tot de vergoeding overweegt de kantonrechter het volgende. Hoewel de huidallergie van werknemer vervelend is, kan dit geen reden zijn om er onverzorgd bij te lopen. Werknemer had dan een nette baard kunnen laten staan en fatsoenlijk kleding kunnen aantrekken. Ook het feit dat werknemer niet wilde meewerken aan een aanvraag deeltijd WW kan hem worden aangerekend. B kan evenwel worden aangerekend dat hij de bereidwilligheid van werknemer tot een oplossing te geraken, van de hand heeft gedaan. Derhalve is een vergoeding C=0,5 passend (€ 20.432).
Volgt ontbinding met vergoeding.