Naar boven ↑

Rechtspraak

Van den Broek : Kessels/werknemer
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie 's-Hertogenbosch), 12 februari 2009
ECLI:NL:RBSHE:2009:BN3087

Van den Broek : Kessels/werknemer

Ontbreken van functioneringsverslagen en verbetertraject leidt tot (fors) hogere ontbindingsvergoeding C=6

X is op 1 augustus 2008 bij Van den Broek : Kessels in dienst getreden in de functie van algemeen stalmedewerker. Het salaris bedraagt € 1.356,60 bruto per maand exclusief vakantietoeslag en verdere emolumenten. X is thans 29 jaren oud. Van den Broek : Kessels heeft een verzoek om ontbinding van deze arbeidsovereenkomst ingediend wegens gewichtige redenen bestaande uit veranderingen in de omstandigheden die van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen. Al vrij snel na zijn indiensttreding zou volgens Van den Broek : Kessels duidelijk zijn geworden dat X ongeduldig was in zijn omgang met de jonge paarden en over minder kennis beschikte dan werd ingeschat. Ook kreeg X ernstige meningsverschillen met de trainer van Van den Broek : Kessels. Iedereen op stal zou klachten hebben over het functioneren van X met name dat hij zeer solistisch te werk gaat zonder overleg vooraf en geen rekening houdt met de werkzaamheden van de anderen. Het zou X voorts ontbreken aan inzet. Hij zou zich regelmatig verslapen waardoor paarden te laat voor transport klaar staan, zou niet genegen zijn een helpende hand toe te steken en zou de paarden te laat voeren. Van den Broek : Kessels zou X hierop regelmatig hebben aangesproken. De aanhoudende kritiek is aanleiding geweest voor een gesprek op 13 oktober 2008, in welk gesprek Van den Broek : Kessels heeft aangegeven dat het niet langer gaat en dat zij zich heeft vergist in de kennis en kunde van X. Ook tijdens het werkoverleg op 21 oktober 2008 is er kritiek op X geuit. Op 4 november 2008 heeft de heer Kessels aan X duidelijk gemaakt dat er een onwerkbare situatie was ontstaan en dat de arbeidsrelatie duurzaam was verstoord. Van Van den Broek : Kessels zou kortom niet meer gevergd kunnen worden de arbeidsovereenkomst met X in stand te laten. X heeft tegen de gronden van het ontbindingsverzoek van Van den Broek : Kessels gemotiveerd verweer gevoerd.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Omdat partijen het er – zij het op zeer uiteenlopende gronden – over eens dat er gewichtige redenen zijn om het dienstverband te doen eindigen, wordt het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter ingewilligd en wordt de arbeidsovereenkomst tussen partijen ontbonden met ingang van 1 maart 2009. Vervolgens is aan de orde de vraag of er gronden zijn om aan X ten laste van Van den Broek : Kessels een vergoeding toe te kennen en, zo ja, tot welk bedrag. De kantonrechter oordeelt dienaangaande als volgt. Van den Broek : Kessels heeft aangevoerd dat zij vanaf het begin van het dienstverband X met grote regelmaat heeft aangesproken op zijn onvoldoende functioneren. Hiervan is volgens de kantonrechter onvoldoende gebleken en dit is door X ook bestreden. Het had op de weg van Van Broek : Kessels gelegen om het door haar gestelde onvoldoende functioneren van X op deugdelijke wijze te documenteren door middel van schriftelijke vastleggingen van functionerings- en/of beoordelingsgesprekken. Van den Broek : Kessels had, als goed werkgever, omtrent de kritiekpunten een verbetertraject af moeten spreken en X daarin moeten begeleiden. Nu Van den Broek : Kessels dat heeft nagelaten dient dit volgens de kantonrechter voor haar rekening en risico te worden gebracht.

Bij de vaststelling van de hoogte van de toe te kennen ontbindingsvergoeding volgens de kantonrechtersformule, zoals in gevallen als deze gebruikelijk, zou de vergoeding voor X, vanwege het zeer korte dienstverband, neerkomen op één maandsalaris met vakantietoeslag. De kantonrechter is van oordeel dat een dergelijke vergoeding onaanvaardbaar laag is, mede gelet op het feit dat X tengevolge van de ontbinding van de arbeidsovereenkomst tevens zijn huisvesting als ook het gebruik van een auto kwijtraakt. Er is daarom reden om de hoogte van de aan X toe te kennen vergoeding vast te stellen op zes maandsalarissen vermeerderd met 8% vakantietoeslag, zijn € 8.790,77 bruto. Nu X door de handelwijze van Van den Broek : Kessels met betrekking tot het ontslag op staande voet en de loonmaatregel genoodzaakt is geweest zich tot een rechtskundige te wenden wordt hem tevens een vergoeding als bijdrage in de kosten van rechtskundige bijstand toegekend voor een bedrag van € 2.000.