Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Noordelijk Ondersteuningsbureau Bedrijfsdiensten BV
Rechtbank Noord-Nederland, 27 juli 2010
ECLI:NL:RBGRO:2010:BN3546

werkneemster/Noordelijk Ondersteuningsbureau Bedrijfsdiensten BV

Werkgever heeft onvoldoende rekenschap gegeven van belangen werknemer bij ongewijzigde voortzetting schoonmaakobject. Loonvordering toegewezen

Werkneemster is sinds 1999 in dienst van NOB. Zij is sinds die tijd te werk gesteld als schoonmaakster bij de objecten Pathe en Mustsee (ochtenduren). Werkneemster werkt daarnaast via Schoonmaakbedrijf Nivo Noord bij het object Alfa College (middaguren). In mei 2010 wordt werkneemster – wegens gewijzigde afspraken met Pathe en Mustsee – voortaan te werk gesteld bij de objecten Images en Heymanscentrum. Werkneemster vordert thans wedertewerkstelling bij de objecten Pathe en Mustsee op de gebruikelijk tijdstippen. Zij stelt daartoe dat zij vanaf 1999 onafgebroken voor deze objecten heeft gewerkt, dat vooral de tewerkstelling bij het object Heymanscentrum met zich brengt dat zij niet langer voor Nivo Noord kan werken.

De kantonrechter oordeelt als volgt. In artikel 8 lid 1 van de cao is neergelegd dat een werknemer binnen redelijke grenzen een verandering van werktijden en/of werkzaamheden en/of het object waar gewerkt wordt en/of de wijze waarop de werkzaamheden worden uitgevoerd zal accepteren. In lid 2 van datzelfde artikel is bepaald dat de werkgever hierbij rekening zal houden met de gerechtvaardigde belangen van de werknemer. Volgens de kantonrechter heeft NOB onvoldoende rekening gehouden met de belangen van werkneemster. Alvorens haar op een ander object te werk te stellen heeft immers geen overleg met werkneemster plaatsgevonden. Desalniettemin wordt de vordering tot wedertewerkstelling afgewezen, omdat nader feitenonderzoek noodzakelijk is, waarvoor het kort geding zich niet leent. De loonvordering van werknemer wordt wel toegewezen. Op grond van artikel 7:628 BW draagt NOB immers het risico van de gewijzigde omstandigheden op het werk.