Rechtspraak
Rechtbank Noord-Nederland, 6 juli 2010
ECLI:NL:RBGRO:2010:BN3540
werknemer/Stichting Hanzehogeschool Groningen
Werknemer is in 1979 in dienst getreden van SHG in de functie van docent bij het Instituut voor Sportstudies. In 2006 heeft de KLPD op een van de computers van SHG kinderporno aangetroffen. Werknemer is op 12 april 2010 wegens het bezit van kinderporno en het downloaden van kinderporno op de door SHG ter beschikking gestelde computer in de periode van 1 januari 2006 tot en met 23 januari 2007, veroordeeld tot een taakstraf bestaande uit een werkstraf van 180 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier maanden. Op grond van deze veroordeling is werknemer op 12 april 2010 mondeling ontslag op staande voet aangezegd. Volgens werknemer is het ontslag op staande voet nietig, omdat niet is voldaan aan het onverwijldheidsvereiste. SHG wist immers reeds in 2006 dat werknemer van het in bezit hebben van kinderporno werd verdacht. Voorts zou SHG in gebreke zijn geweest door niet zelfstandig een onderzoek in te stellen.
De kantonrechter oordeelt als volgt. SHG heeft terecht het vonnis van de strafrechter afgewacht. De enkele verdenking is immers onvoldoende om te ontslag over te gaan. Een zelfstandig onderzoek van SHG zou voorts het strafrechtelijke onderzoek hebben belemmerd. SHG heeft zich derhalve als een goed werkgever gedragen door het strafvonnis af te wachten. Met de onmiddellijke aanzegging op 12 april 2010, kan niet worden geoordeeld dat het ontslag niet onverwijld is verleend. Naar het oordeel van de kantonrechter rechtvaardigt hetgeen door de rechtbank als bewezen is verklaard, voldoende gronden voor een ontslag op staande voet. Dat het strafvonnis nog niet onherroepelijk is, doet hieraan niet af. In het kader van een wederzijdse belangenafweging overweegt de kantonrechter ten slotte nog dat de maatschappelijke belangen van een school als de SHG alwaar vele studenten van 16 en 17 jaar staan ingeschreven, dienen te prevaleren boven de individuele belangen van werknemer.
Volgt afwijzing vordering werknemer.