Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland, 2 april 2010
ECLI:NL:RBUTR:2010:BN3567
McSomel Amersfoort Centrum BV/werknemer
Werknemer (37 jaar) is in 1998 in dienst van (de rechtsvoorganger van) McSomel getreden, laatstelijk in de functie van floormanager bij een McDonaldsvestiging. Op 24 december 2009 is werknemer op staande voet ontslagen wegens seksuele intimidatie van werkneemsters. Uit een rapport van de Bedrijfsrecherche Nederland BV zou blijken dat werknemer diverse vrouwelijke collega’s bij billen, kruis en borsten zou hebben aangeraakt en gepoogd zou hebben een kus te geven. Thans verzoekt McSomel voorwaardelijke ontbinding. Werknemer heeft zich tegen de beschuldigingen verweerd en onder meer een verklaring van een van de betrokken werkneemsters in het geding gebracht waaruit blijkt dat het vooral als ‘geintje’ was bedoeld. De betrokken werkneemster heeft haar ‘aanklacht’ ingetrokken.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De kantonrechter constateert dat het onderzoek van de Bedrijfsrecherche Nederland betrekkelijk beperkt is geweest. Volstaan is het horen van de betrokken medewerksters en werknemer. Verhoor van andere personen tegenover wie de medewerksters in een eerder stadium hun klachten zouden hebben geuit heeft niet plaatsgevonden. Evenmin heeft verificatie van de juistheid van de verklaringen plaatsgevonden. Gezien dit beperkte onderzoek, de ontkenning van werknemer en de intrekking van een van de verklaringen, staat op dit moment onvoldoende vast welke gedragingen aan werknemer kunnen worden verweten. Daarvoor zou bewijslevering noodzakelijk zijn. Onderhavige procedure leent zich daartoe in beginsel niet.
Volgt afwijzing verzoek McSomel.