Avenance/werknemers en Metro BV

Werknemers zijn in dienst getreden van Avenance, een landelijk opererende cateringorganisatie. Avenance heeft sinds 1 janauri 2004 cateringdiensten verricht voor Metro. De overeenkomst tussen Avenance en Metro is per 1 janauri 2010 geëindigd. Volgens Avenance is sprake van een overgang van onderneming, zodat de werknemers per genoemde datum in dienst van Metro zijn getreden. Metro betwist dat sprake is van een overgang van onderneming. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat geen sprake was van overgang van onderneming, zodat de werknemers nog steeds in dienst waren van Avenance. Van belang achtte de rechter dat sprake was van een zogenoemde ‘open book-systeem’, waarbij de exploitatie van de bedrijfskantine voor rekening en risico van Metro kwam. Avenance leverde in feite alleen personeel en managementdiensten. Tegen dit oordeel keert Avenance zich in hoger beroep.

Het hof oordeelt als volgt. De door Avenance in opdracht van Metro ontplooide activiteiten kunnen worden aangemerkt als een economische eenheid, welke zijn identiteit heeft behouden en door de beëindiging van het contract op Metro is overgegaan. Avenance zorgde immers voor de samenstelling van de menu's, voerde kwaliteitscontroles uit, deed de administratieve handelingen, verrichtte schoonmaak- en opruimwerk, gaf leiding aan het kantinepersoneel, enzovoort. Daarmee staat vast dat Avenance in feite de kantine exploiteerde. Deze exploitatie is door Metro overgenomen. Daarbij is niet van belang dat materiële activa, zoals kookstel en tafels, niet in eigendom van Avenance waren (HvJ EG 15 december 2005, JAR 2006/19 (Securicor)). Bij dit alles is de klantenkring dezelfde gebleven. Dat thans sprake is van een zogenoemde Metro-formule doet aan het voorgaande niet af. Uit het Klarenberg-arrest volgt immers dat indien een verkrijger de de economische eenheid integreert in zijn bestaande activiteiten, nog steeds sprake is van overgang van onderneming.

Op grond van onder meer het Botzen-arrest en het Memedovic-arrest oordeelt het hof dat voor het antwoord op de vraag of werknemers mee over zijn gegaan, van belang is of zij feitelijk te werk waren gesteld bij Metro. Dat zij als algemeen cateringwerknemer geen formele vaste werkplaats hadden, doet hieraan niet af. Volgens het hof kunnen de werknemers in casu worden toegerekend aan het overgedragen onderdeel van de onderneming.

Volgt vernietiging van het vonnis van Voorzieningenrechter Amsterdam en veroordeling van Metro tot betaling van het loon van werknemers.