Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Rabo Vastgoedgroep Holding NV
Rechtbank Gelderland, 14 juli 2010
ECLI:NL:RBARN:2010:BN4402

werknemer/Rabo Vastgoedgroep Holding NV

Werknemer kan geen rechten ontlenen aan opleidingsafspraken na finale kwijting vaststellingsovereenkomst. Uitleg Sociaal Plan

Werknemer is in 2007 in dienst getreden van Rabo Bouwfonds NV. In het afsprakenformulier 2008 en 2009 is onder meer gesproken over het volgen van een NOVAM-opleiding. In verband met bedrijfseconomische omstandigheden is de functie van werknemer in 2009 komen te vervallen. In een tussen partijen opgestelde beëindigingsovereenkomst staat een finale kwijtingclausule opgenomen. Werknemer stelt zich thans op het standpunt dat hij - op grond van de afspraken in 2008 en 2009 - recht heeft op een door de Rabo bezoldigde opleiding. Volgens hem ziet de finale kwijting niet op deze afspraken, omdat de beëindigingsregeling het zogenoemde Rabo Sociaal Plan respecteert. In dit Sociaal Plan staat opgenomen dat opleidingsafspraken worden gerespecteerd bij ontslag.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Partijen hebben bij het sluiten van de beëindigingsovereenkomst uitvoerig gesproken over de opleiding. Daarbij heeft Rabo duidelijk kenbaar gemaakt dat zij de kosten niet wilde vergoeden. Werknemer heeft zich nog tijdens het dienstverband gewend tot de Toesingscommissie Sociaal Plan. Daar is expliciet aan de orde geweest de vraag of tussen Rabo en werknemer tijdens het dienstverband een afspraak was gemaakt die viel onder artikel 6.5.1 van het Sociaal Plan. Daarop is negatief beslist door de Toetsingscommissie. Dit oordeel was werknemer eveneens vóór het ondertekenen van de vaststellingsovereenkomst bekend zodat werknemer niet kon aannemen dat de algemeen geformuleerde uitzondering in de beëindigingsovereenkomst hem jegens Rabo een aanspraak zou geven ter zake van de NOVAM-opleiding. Voorts was er sprake van een opleidingsbehoefte bij werknemer en een voornemen van partijen om daarin te voorzien, doch door werknemer is gezien het voorgaande onvoldoende onderbouwd dat dit heeft geleid tot een zodanige concrete afspraak met Rabo dat die afspraak, ook na het ontslag van werknemer en zijn indiensttreding bij een andere werkgever, op grond van het Sociaal Plan in stand dient te blijven. Ook op deze grond dient de vordering van werknemer derhalve te worden afgewezen.