Rechtspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 18 augustus 2010
ECLI:NL:RBBRE:2010:BN4208
werknemer/Graham Packing Company BV
Werknemer is in 1987 in dienst getreden van GPC, in de functie van inpakker/machine operator. Hij is gedurende de periode van 1 september 2007 tot en met 31 december 2007 elders in dienst geweest. In de nieuwe arbeidsovereenkomst per 1 januari 2008 staat een concurrentiebeding opgenomen. In maart 2010 heeft werknemer een aanbod gekregen van Alpha, een concurrent van GPC. Werknemer is ruim € 500 meer salaris voorgehouden. Een collega-werknemer die eerder bij Alpha in dienst is getreden, is niet aan het concurrentiebeding gehouden. Werknemer vordert thans schorsing van het concurrentiebeding.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Het heeft er alle schijn van dat GPC het concurrentiebeding misbruikt om werknemer aan haar organisatie te binden. Dit staat op gespannen voet met artikel 19 lid 3 Grondwet. Het belang van GPC - bescherming van het bedrijfsdebiet - weegt niet zo zwaar, daar reeds een aantal andere werknemers van GPC bij Alpha in dienst zijn getreden en met het vertrek van werknemer geen specifieke kennis verloren gaat. Daartegenover staat het evidente belang van werknemer om bij Alpha in dienst te treden. Het concurrentiebeding wordt daarom gematigd voor zover het indiensttreding van Alpha betreft.