Naar boven ↑

Rechtspraak

White Socks Stables BV/werknemer
Gerechtshof Amsterdam, 23 juli 2010
ECLI:NL:GHAMS:2010:BN4805

White Socks Stables BV/werknemer

Wilsgebrek bij beëindiging met wederzijds goedvinden. Werkgever heeft onderzoeksplicht geschonden

Werknemer is op 16 februari 2009 in dienst getreden van WSS, die een manege exploiteert, in de functie van trainer voor 40 uur per week. Het dienstverband is aangegaan voor de duur van twaalf maanden, met een proeftijd van twee maanden. Op 6 juni 2009 is deze arbeidsovereenkomst volgens WSS met wederzijds goedvinden beëindigd. Werknemer stelt zich evenwel op het standpunt dat hij de beëindigingsovereenkomst onder dwang en intimidatie heeft getekend. Voorts zou tussentijdse beëindiging niet mogelijk zijn wegens het ontbreken van een tussentijds opzegbeding. De kantonrechter heeft de vordering tot wedertewerkstelling van werknemer toegewezen.

Het hof oordeelt als volgt. Waar het, zoals hier, gaat om een blijk van instemming van een werknemer met de beëindiging van zijn dienstverband, kan het vertrouwen van de werkgever alleen gerechtvaardigd zijn als sprake is van een daarop gerichte, duidelijke en ondubbelzinnige verklaring van de werknemer. Deze volgens vaste rechtspraak geldende strenge maatstaf ter beantwoording van de vraag of een werknemer zijn dienstbetrekking vrijwillig heeft willen beëindigen, dient ertoe de werknemer te behoeden voor de ernstige gevolgen die vrijwillige beëindiging van het dienstverband voor hem kan hebben, zoals het verloren gaan van de mogelijkheid zich op ontslagbescherming te beroepen. In verband met die gevolgen zal de werkgever niet spoedig mogen aannemen dat een verklaring van de werknemer is gericht op vrijwillige beëindiging van de dienstbetrekking (HR 10 juni 2005, JAR 2005/157). In de onderhavige zaak heeft WSS het initiatief genomen tot het voorleggen van een beëindigingsovereenkomst. Aan het enkele feit dat werknemer zijn handtekening heeft geplaatst, kan WSS niet het gerechtvaardigd vertrouwen ontlenen dat hij (werknemer) met de inhoud van de brief instemde. Dat WSS op enigerlei wijze aan haar onderzoeksverplichting heeft voldaan is gesteld noch gebleken. Derhalve heeft WSS de arbeidsovereenkomst opgezegd zonder toestemming ex artikel 6 BBA en heeft werknemer tijdig de nietigheid ingeroepen.

Volgt bekrachtiging van het vonnis van de kantonrechter.