Naar boven ↑

Rechtspraak

Heeren Investors BV/werknemer
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 2 juli 2010
ECLI:NL:RBARN:2010:BN5748

Heeren Investors BV/werknemer

Ontbinding kort dienstverband wegens bedrijfseconomische omstandigheden leidt tot C=3

Werknemer (42 jaar) is van 15 juli 1992 tot 1 september 2008 in dienst geweest van Xerox. Werknemer bekleedde bij Xerox laatstelijk een hoge managementfunctie. Per 1 september 2008 is werknemer in dienst getreden van Heeren Investors, in de functie van marketingdirecteur. Heeren Investors is een zogenaamde concessionair van Xerox Nederland B.V. Over het jaar 2008 is een aanzienlijke bonus aan werknemer toegekend. Per 1 januari 2009 is werknemer titulair benoemd in de functie van algemeen directeur en is een bonus van ruim € 50.000 aan werknemer uitgekeerd. Thans verzoekt Heeren Investors ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische redenen. Werknemer verweert met het volgende. Heeren Investors heeft hem weggelokt/weggekocht bij Xerox en hem daarbij allerlei toezeggingen gedaan. Binnen nog geen anderhalf jaar wordt hem echter ineens en uit het niets te kennen gegeven dat zijn arbeidsovereenkomst wordt beëindigd, terwijl Heeren Investors de door haar gedane toezeggingen niet nakomt. Deze omstandigheden brengen met zich dat rekening moet worden gehouden met de voordiensttijd bij Xerox, zijnde 16 jaren.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Heeren Investors heeft haar financiële problemen geadstrueerd door overlegging van de jaarrekening 2009 van CFJ Capital B.V., de moedermaatschappij van Heeren Investors. Een toelichting ontbreekt echter, evenals jaarrekeningen over 2008 en 2007 en een prognose voor 2010 en/of een verslag van de in het eerste kwartaal van 2010 behaalde resultaten. Bovendien heeft Heeren Investors op 17 februari 2010 nog een bonusregeling over 2010 met werknemer gesloten, die aanzienlijk beter is dan die over 2009, terwijl volgens Heeren Investors eind 2009 zich in de groep een ernstig (financieel) probleem openbaarde, waardoor uit alle macht moest worden bespaard. Hieruit volgt dat Heeren Investors, ondanks de penibele financiële situatie, vertrouwen had in (de werkwijze van) werknemer. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, is daarmee niet te rijmen dat Heeren Investors in maart 2010 werknemer heeft meegedeeld dat hij moest vertrekken. Deze feiten, in aanmerking genomen dat het dienstverband door Heeren Investors reeds na korte tijd wordt beëindigd, rechtvaardigt reeds een vergoeding met C=3. De stelling van werknemer dat hij is weggelokt/weggekocht bij Xerox is gemotiveerd betwist. De aard van deze procedure, gericht op een spoedige beslissing, leent zich niet voor getuigenverhoor, anders dan werknemer meent (HR 3 december 1982, NJ 1983, 182). De slotsom is dat de toe te kennen ontbindingsvergoeding (2 x € 16.338,48 x 3 =) € 98.030,88 bedraagt.