werknemer/Stichting Severinusstichting

Werknemer (59 jaar) is op 1 december 1975 in de functie van elektrotechnicus bij werkgever in dienst getreden. In 2006 heeft werkgever haar elektrotechnische onderhoudswerkzaamheden uitbesteed aan de firma Mansveld. Op basis van detachering vanuit zijn dienstverband met werkgever ging werknemer per 1 oktober 2006 werken voor die firma. Deze detachering is door de firma Mansveld opgezegd tegen 15 september 2008 omdat per die datum de firma Mansveld niet meer voor werkgever mocht werken. Werkgever had het elektrotechnische onderhoudswerk aan een andere firma gegund, CLB. Die firma wilde de detachering van werknemer niet overnemen. Op 12 september 2008 heeft werkgever voor werknemer een ontslagvergunning aangevraagd. Met toestemming van de CWI is de arbeidsovereenkomst opgezegd met ingang van 1 maart 2009. Thans vordert werknemer schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag. Volgens werknemer leidt hij onevenredig veel schade door voortijdig een beroep te moeten doen op zijn flexpensioen. Met de uitbesteding van de werkzaamheden van werknemer zou werkgever onvoldoende rekenschap hebben gegeven van de belangen van werknemer.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het goed werkgeverschap brengt voor werkgever mee dat hij zich terdege rekenschap had moeten geven van de financiële gevolgen van het uitbesteden van het elektrotechnisch onderhoud aan een derde voor de werknemer die dat werk al meer dan dertig jaar voor hem verrichtte en wiens functie door het uitbesteden van dat werk zou vervallen. Werkgever heeft toen, in 2006, werknemer wel aangezegd dat hij zou worden ontslagen als de detachering bij de firma Mansveld eindigde, maar in deze procedure is gebleken dat werkgever zich niet, althans volstrekt onvoldoende, rekenschap heeft gegeven van de financiële gevolgen voor werknemer. Dit verzuim heeft werkgever ook nadien niet verholpen. Dit maakt – mede gezien de slechte arbeidsmarktpositie van werknemer – dat het ontslag kennelijk onredelijk is. Alle omstandigheden in aanmerking genomen, met name ook de verschillende pensioenberekeningen zoals die zich bij de stukken bevinden, komt de kantonrechter tot een schadeberekening van € 59.000 bruto. De kosten van het bureau Akkermans : Partners (Pensioenen) zijn aan werknemer toewijswaar. Indien werkgever aan zijn verplichtingen als goed werkgever had voldaan, had werknemer deze kosten niet hoeven maken. De kosten behoeven voorts naar het oordeel van de kantonrechter geen nadere specificatie.