Rechtspraak
werknemer/Parket Tree Nederland BV
Werknemer en Parket Tree twisten over het antwoord op de vraag of zij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd zijn overeengekomen. In de door beide partijen op 11 maart 2008 voor akkoord ondertekende brief staat uitdrukkelijk opgenomen dat de arbeidsovereenkomst zou gelden voor de periode 1 januari 2008 tot 1 januari 2013. Omdat partijen het over de nadere invulling van de overeenkomst niet eens waren, zijn nadien aanvullende afspraken gemaakt. Op 3 november 2008 is werknemer als statutair directeur ontslagen. Thans vordert hij gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Anders dan Parket Tree stelt, kan de overeenkomst van 11 maart 2008 niet worden beschouwd als een intentieverklaring. Partijen hebben uitdrukkelijk een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd gesloten. Dat nadien andere afspraken zijn gemaakt en onder meer is voorgesteld, maar niet geaccepteerd, de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan te gaan. Nu een tussentijds opzegbeding ontbreekt, moet de opzegging als onregelmatig worden beoordeeld.
Partijen worden in de gelegenheid gesteld zich nader uit te laten over feiten en omstandigheden die aanleiding kunnen geven tot matiging van de gefixeerde schadevergoeding ex artikel 7:680 BW. De voorwaardelijke vorderingen uit hoofde van kennelijk onredelijk ontslag zijn onvoldoende onderbouwd.