Arla Foods/werknemer

Arla Foods verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst van werknemer wegens bedrijfseconomische gronden. In verband met een daling van omzetvolume vanaf 2008 en vraag vanuit de markt, is Arla overgegaan van zuivelproducten in kratten naar zuivelproducten in dozen. Dat heeft onder meer tot gevolg gehad dat in plaats van het handmatig sorteren er nu geautomatiseerd gesorteerd wordt. De functie van onder andere werknemer is daardoor komen te vervallen. Werknemer heeft geweigerd een minnelijke regeling te accepteren. Volgens werknemer miskent Arla Foods zijn eerdere dienstverbanden als uitzendkracht en bij de rechtsvoorgangers van Arla, zodat hij – bij toepassing van het anciënniteitsbeginsel – niet voor ontslag in aanmerking komt.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het besluit van Arla Foods (om de tijd dat werknemer als uitzendkracht voor Arla Foods respectievelijk diens rechtsvoorgangers heeft gewerkt) niet mee te tellen als diensttijd is in strijd met de beleidsregels van het UWV, waaraan de kantonrechter in deze zaak reflexwerking toekent en getuigt niet van goed werkgeverschap in de relatie met werknemer. De kantonrechter doelt met name op het UWV-beleid bij opvolgend werkgeverschap, dat ook geldt in geval een werknemer na het eindigen van een uitzend- en/of detacheringperiode bij de inlener een arbeidsovereenkomst sluit met de inlener voor het verrichten van dezelfde werkzaamheden. Dat anderen met deze wijze van vaststelling van anciënniteit zouden hebben ingestemd, gaat werknemer niet aan. Niet gesteld of gebleken is dat werknemer gebonden zou zijn aan enige afspraak die daaromtrent gemaakt zou zijn door Arla Foods. Eerder ziet het ernaar uit dat het besluit (om de tijd dat men als uitzendkracht heeft gewerkt niet mee te tellen) een eenzijdige beslissing van Arla Foods is. De door haar als sociaal plan aangeduide opvangregeling is ook een eenzijdig opgesteld stuk waaraan werknemer niet op enigerlei wijze gebonden is.

Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.