Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 2 november 2010
ECLI:NL:GHSHE:2010:BO3226
werknemer/L.L.M. Prinsen q.q.
Werknemer maakte ten behoeve van zijn werkzaamheden als bedrijfsjurist gebruik van zijn privélaptop bij Y BV. Nadat het faillissement van Y BV is uitgesproken, is het vermoeden gerezen dat er gefraudeerd zou zijn binnen Y BV. Op maandag 17 september 2007 is IRS Forensic Services : Investigations B.V. (hierna: IRS) in opdracht van de Rabobank en de Fortisbank een onderzoek aangevangen naar eventuele fraude binnen Y BV. Op last van de curator heeft werknemer zijn privélaptop moeten afstaan. Vervolgens is er een kopie van de harde schijf gemaakt, welke in bewaring is gegeven van een notaris. In eerste aanleg heeft de voorzieningenrechter afgifte van deze in bewaring gegeven kopiën uitgesproken. Tegen dit oordeel keert werknemer zich in hoger beroep.
Het hof oordeelt als volgt. Uit artikel 92 Faillissementswet (Fw) vloeit de taak van de curator voort om onmiddellijk na zijn benoeming alles in het werk te stellen om – onder meer – de administratie en alle aanwezige informatie daarover veilig te stellen voor zijn latere onderzoek daarvan in het belang van de boedel. Er gaat derhalve een conservatoire werking van deze taak en bevoegdheid uit. De bevoegdheid van artikel 92 Fw strekt zich in beginsel slechts uit over aan de failliet in eigendom toebehorende bescheiden en andere gegevensdragers. De laptop van werknemer zelf valt hier dus niet onder. De op de laptop opgeslagen zakelijke bestanden, die ten behoeve van de werkgever zijn aangemaakt, bevatten evenwel informatie die de curator ingevolge artikel 92 Fw ten behoeve van de boedel moet kunnen veiligstellen. Het terbeschikkingstellen van de inhoud van de digitale gegevens aan derden, in casu IRS, is evenwel niet toegestaan, omdat de privacyrechten van werknemer onvoldoende gewaarborgd zijn.