Rechtspraak
werkneemster/Groenwinkel
Werkneemster (49 jaar) is in 1994 in dienst getreden van de Groenwinkel als bloemiste. Groenwinkel heeft een vestiging in Wijchen en Beuningen. Werkneemster werkte vooral in Beuningen. Op 27 augustus 2008 heeft werkneemster zich ziek gemeld met burn-outklachten. Na re-integratie is werkneemster weer volledig arbeidsgeschikt verklaard. Omdat inmiddels de verhouding tussen partijen verstoord is geraakt, meldt werkneemster zich wederom ziek. Zowel het UWV als de bedrijfsarts stellen vast dat er geen medische beperkingen zijn ter zake van het verrichten van de bedongen arbeid. Werkneemster weigert evenwel haar werkzaamheden weer te verrichten. Met toestemming van het UWV WERKbedrijf heeft Groenwinkel de arbeidsovereenkomst per 1 december 2009 opgezegd. Thans vordert werkneemster schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag. Volgens haar heeft de bejegening van Groenwinkel ertoe geleid dat zij niet meer aan het werk kon.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Hoewel begrijpelijk is dat werkneemster teleurgesteld was dat zij na haar ziekteperiode niet te werk werd gesteld in Beuningen en dat zij in Wijchen niet de positie had die zij in Beuningen gewend was te hebben, hoort het bij haar verplichtingen als werknemer dat zij redelijke aanwijzingen van haar werkgever opvolgt. Van Groenwinkel kon niet anders worden verwacht dan dat zij zo snel mogelijk – nadat was gebleken dat de nieuwe werksituatie tot spanningen leidde – naar een oplossing zocht. Zij heeft dit gedaan door een mediationtraject in gang te zetten en werkneemster tot die tijd op non-actief te stellen. Daarbij had Groenwinkel als kleine werkgever alle belang, omdat goede verstandhouding met collega's en klanten een direct effect heeft op de omzet. Groenwinkel heeft daarmee voldaan aan haar verplichtingen als werkgever. Het enkele feit dat aan werkneemster geen vergoeding is toegekend bij het ontslag, maakt de opzegging niet kennelijk onredelijk.
Volgt afwijzing vordering werkneemster.