Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Logicx Berging BV
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 24 november 2010
ECLI:NL:RBBRE:2010:BO5423

werknemer/Logicx Berging BV

Werknemer geen recht op loon tijdens beschikbaarheidsdiensten. Bergingsauto is geen werkplek. Geen horizontale werking EG-richtlijn

Werknemer is op 4 oktober 2003 in dienst getreden van (de rechtsvoorganger van) Logicx. Logicx verleent in het kader van haar bergingswerkzaamheden een 24-uursservice aan haar opdrachtgevers, waaronder ANWB wegenwacht, Rijkswaterstaat en Mondial. Met die opdrachtgevers is een richttijd (voor Rijkswaterstaat geldt een tijd van 20 minuten) overeengekomen binnen welke de bergingsauto op de plaats van bestemming moet zijn. Werknemer vordert in deze procedure aanzienlijke bedragen aan loon, omdat volgens hem de periodes waarin hij 'beschikbaar' moest zijn voor bergingswerkzaamheden, aangemerkt moeten worden als periodes waarover loon verschuldigd is. Dit komt neer op gemiddeld 97 uur per week (!).

De kantonrechter oordeelt als volgt. Volgens vaste rechtspraak van het Europese Hof van Justitie moeten wachtdiensten, waarin werknemers fysiek aanwezig moeten zijn op hun werkplek – ook indien deze diensten perioden van inactiviteit omvatten –, in zijn geheel als arbeidstijd worden aangemerkt. Het criterium of een wachtdienst of beschikbaarheidsdienst dient te worden aangemerkt als arbeidstijd ligt aldus bij de fysieke aanwezigheid van de werknemer op de werkplek. Bij een fysieke aanwezigheid heeft de werknemer immers in – veel – mindere mate de vrijheid zijn eigen tijd in te delen. Werknemer heeft erkend dat hij strikt genomen niet verplicht was tijdens zijn diensten fysiek aanwezig te zijn op de vestigingen van Logicx, maar hij stelt dat hij daartoe wel indirect werd genoodzaakt, omdat de plaatselijke APV het hem verbood zijn bergingsauto bij huis te parkeren. In zijn visie was zijn werkplek (ook) de bergingsauto. Werknemer beroept zich daarbij op een Europeesrechtelijke regeling, namelijk richtlijn 2002/15/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2002 betreffende de organisatie van de arbeidstijd van personen die mobiele werkzaamheden in het wegvervoer uitoefenen, waarin meer specifiek in artikel 3 onder c is bepaald dat onder werkplek – mede – wordt verstaan, het voertuig waarvan de persoon die mobiele werkzaamheden in het wegvervoer voor zijn taken gebruikmaakt. Werknemer kan zich als werknemer tegenover Logicx als werkgever evenwel niet zonder meer op een Europese richtlijn beroepen; een directe werking tussen particulieren onderling wordt door het Europese Hof van Justitie niet aanvaard. In het nationale recht is genoemde richtlijn geïmplementeerd bij besluit van 11 december 2006 tot wijziging van het Arbeidstijdenbesluit vervoer in verband met richtlijn nr. 2002/15/EG betreffende de organisatie van de arbeidstijd van personen die mobiele werkzaamheden in het wegvervoer uitoefenen (Stb. 2007, 10). In deze nationale regeling is echter (nog) geen betekenis toegekend aan het begrip 'werkplek'. Waar het dit voor de richtlijn specifieke begrip betreft, zou het nationale recht zo veel mogelijk moeten worden uitgelegd in het licht van de bewoordingen en het doel van de richtlijn, maar aan een dergelijke richtlijnconforme interpretatie wordt niet toegekomen nu – zoals aan Logicx kan worden toegegeven – het Arbeidstijdenbesluit vervoer en genoemde Europese richtlijn in dezen toepassing missen. Hoewel het toepassingsgebied van het Arbeidstijdenbesluit vervoer groter is dan die van richtlijn 2002/15/EG, meer in het bijzonder van de daarin genoemde verordening (EEG) nr. 3820/85 (thans EG nr. 561/2006), valt buiten dat toepassingsgebied onder meer de categorie voertuigen die speciaal zijn uitgerust voor reparaties en wegslepen binnen een straal van 100 km rond hun standplaats. Bij gebreke van feiten of omstandigheden die het tegendeel zouden kunnen of moeten doen vermoeden, moet ervan worden uitgegaan dat in dit geval sprake is van die vervoerscategorie. Voor dit vervoer gelden de arbeids- en rusttijden van de Arbeidstijdenwet en in Europees verband de basisbescherming van richtlijn 93/104/EG (thans 2003/88/EG), waarop de hiervoor aangehaalde rechtspraak van het Europese Hof van Justitie berust. Dit betekent dat de uren waarin werkemer beschikbaar is geweest om gehoor te geven aan eventuele oproepen van Logicx niet als – reguliere – arbeidstijd worden aangemerkt, laat staan dat die uren hem op die wijze dienen te worden vergoed.

Volgt afwijzing vordering werknemer.