Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/VCC Groep B.V.
Rechtbank Midden-Nederland, 1 december 2010
ECLI:NL:RBUTR:2010:BO5359

werknemer/VCC Groep B.V.

Overgang van onderneming en doorwerking van cao-bepalingen. Loonsverhoging na verstrijken looptijd cao. Incorporatiebeding verliest dynamisch karakter bij overgang van onderneming

Werknemer is van 13 april 1987 tot 1 mei 2009 in dienst geweest van (de rechtsvoorgangsters van) VCC. Tot 1 januari 2003 was werknemer in dienst van Relan Arbo B.V. Na een fusie van arbodiensten was werknemer van 1 januari 2003 tot 1 juni 2004 in dienst van Interpolis Mens en Werk Bedrijfszorg N.V. (hierna te noemen Interpolis). Met ingang van 1 juni 2004 heeft VCC de ondernemingsactiviteiten van Interpolis waarin werknemer werkzaam was, overgenomen. In de periode dat werknemer nog in dienst was van Interpolis is op de arbeidsovereenkomst de CAO Interpolis Mens : Werk Bedrijfszorg N.V. van toepassing verklaard (een harmonisatie-cao vanwege de fusie met Relan). VCC is geen partij bij enige cao. Thans vordert werknemer uitbetaling van achterstallig loon. Volgens hem heeft hij recht op loon conform de Interpolis-cao-loonsverhogingen per 1 november 2005, 1 juni en 1 december 2006.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Op 1 juni 2004 zijn de rechten en plichten die voortvloeien uit de Interpolis-cao 2003 op de verkrijger overgegaan (artikel 14a WCAO). Het tweede lid van artikel 14a WCAO bepaalt dat de aldus overgegane cao-rechten (onder meer) eindigen zodra de op het tijdstip van de overgang lopende geldingsduur van de cao verstrijkt. Niet gesteld of gebleken is dat de op 1 juni 2004 geldende cao een langere geldingsduur dan een jaar had. Na 31 mei 2005 (en dus voor de loonsverhogingen per 1 november 2005) kon werknemer aan de Interpolis-cao jegens VCC dan ook – wettelijk – geen rechten meer ontlenen. Dit laatste wordt niet anders indien ervan wordt uitgegaan dat de Interpolis-cao in de arbeidsovereenkomst van werknemer was geïncorporeerd. Zoals het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen bij arrest van 9 maart 2006 (NJ 2006, 439) heeft overwogen, komt aan een dergelijk incorporatiebeding geen verdere reikwijdte toe dan de cao waarnaar het verwijst en heeft de communautaire wetgever de verkrijger van de onderneming niet willen binden aan andere – latere – cao’s dan die welke van kracht was op het tijdstip van de overgang. De bescherming van de bij een overgang betrokken werknemers strekt er dan ook enkel toe de op de dag van overgang bestaande rechten en verplichtingen te handhaven. De Nederlandse regeling heeft blijkens het bepaalde in artikel 14a WCAO geen verdergaande strekking. Voor zover werknemer heeft willen betogen dat aan de incorporering van de Interpolis-cao in zijn arbeidsovereenkomst in die zin een 'dynamisch' karakter toekomt, dat VCC ook aan toekomstige Interpolis-cao’s gebonden is, kan hij daarin dus niet worden gevolgd.

Volgt afwijzing vordering werknemer.