Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland, 7 december 2010
ECLI:NL:RBUTR:2010:BO6463
werknemer/G4S Cash Solutions BV
Werknemer (45 jaar) is op 1 mei 1985 in dienst van (de rechtsvoorganger van) G4S getreden. G4S heeft op 2 juli 2010 een verzoekschrift tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werknemer ingediend bij de rechtbank te Dordrecht wegens disfunctioneren. Bij beschikking van 13 september 2010 heeft de kantonrechter te Dordrecht partijen in kennis gesteld van het voornemen de arbeidsovereenkomst te ontbinden per 1 oktober 2010 onder toekenning van een vergoeding van € 135.000 bruto. De kantonrechter heeft daarbij onder meer overwogen dat G4S werknemer geen redelijke gelegenheid heeft geboden om zijn functioneren te verbeteren. G4S heeft daarop het verzoek ingetrokken. Tegelijkertijd heeft zij aan werknemer een salesfunctie aangeboden. Werknemer heeft deze functie niet aanvaard en is evenmin ingegaan op het verzoek van G4S om een gesprek. Thans verzoekt werknemer ontbinding wegens een verstoorde arbeidsrelatie die geheel en al aan G4S te wijten is.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Er is sprake van een verstoorde arbeidsrelatie. Werknemer heeft onmiskenbare reputatieschade opgelopen en behoefde niet in te gaan op de nieuw aangeboden functie. Aan werknemer wordt dezelfde vergoeding toegekend als eerder uitgesproken door de Kantonrechter Dordrecht, zij het onder aftrek van het verdiende salaris tussen beide beschikkingen. Er wordt geen rekening gehouden met de fictieve opzegtermijn.
Volgt ontbinding onder toekenning van een vergoeding van € 125.600 bruto.