Rechtspraak
werkgeefster/werkneemster
Werkneemster (35 jaar) is op 1 maart 2003 bij werkgeefster in dienst getreden in de functie van fysiotherapeut. Werkneemster heeft in de uitoefening van haar werkzaamheden onder meer een 87 jaar oude en alleenstaande man in behandeling gehad. Via een derde heeft werkgeefster vernomen dat deze man bij testament zijn inboedel en auto aan werkneemster heeft gelegateerd en werkneemster deze legaat heeft aanvaard. Werkgeefster verzoekt ontbinding wegens gewichtige redenen, bestaande onder meer uit schending van de artikelen 54 en 38 van de Beroepsethiek en Gedragsregels voor de Fysiotherapeut, die bindend zijn voorgeschreven voor leden van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie en voor de inschrijving in het Centrale Kwaliteitsregister Fysiotherapie.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Een gouden regel in de (para)medische hulpverlening is geen giften of bevoordelingen aan te nemen van degene tot wie de hulpverlener in een behandelingsrelatie staat. De wetgever heeft dit principe in het algemeen tot uitdrukking gebracht in de regel van artikel 4:59 BW, waarin wie werkzaam is op het gebied van de individuele gezondheidszorg (BIG-geregistreerden), en iemand gedurende de ziekte waaraan hij is overleden, bijstand heeft verleend, geen voordeel kan trekken uit de uiterste wilsbeschikkingen die zodanig persoon gedurende de behandeling of de bijstand te zijn of harer behoeve heeft gemaakt. De wetgever drukt dit beginsel nog pregnanter uit in artikel 7:168 lid 1 jo. 7:187 lid 3 BW, betreffende de vernietigbaarheid van een schenking of gift van de patiënt aan zijn/haar behandelaar. De door werkgeefster geciteerde bepalingen uit het Professioneel Statuut behorende bij de cao en de KNGF Handreiking, alsmede de modelregeling Fysiotherapeut-Patiënt zijn niet meer dan praktische uitwerkingen van dit sociaal-medisch-ethisch beginsel. De grondslag voor dit alles is de afhankelijkheidspositie van de patiënt jegens zijn/haar behandelaar. De arbeidsovereenkomst zal derhalve wegens een dringende reden worden ontbonden, zonder toekenning van een vergoeding (uiteraard).