Naar boven ↑

Rechtspraak

NulVier 's-Hertogenbosch BV/werkneemster
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie 's-Hertogenbosch), 14 december 2010
ECLI:NL:RBSHE:2010:BO7657

NulVier 's-Hertogenbosch BV/werkneemster

Ontbindingsrechter hoort verzekeringsarts op grond van artikel 7:629a lid 5 BW wegens onduidelijkheid over arbeidsongeschiktheid. Ontbinding met C=0,8

Werkneemster (36 jaar) is op 1 januari 2007 bij NulVier in dienst getreden in de functie van pedagogisch medewerker. NulVier exploiteert een aantal kinderdagverblijven voor kinderen van 0 tot 4 jaar en buitenschoolse opvang voor kinderen van 4 tot 13 jaar. Partijen verkeren thans in een conflict. Volgens NulVier wil werkneemster geen gehoor geven aan de nieuwe gedragscodes (geen kinpiercing) en loopt werkneemster steeds de kantjes ervan af. Werkneemster betwist alle kritiekpunten en beroept zich op het feit dat zij lijdt aan het Chronisch Vermoeidheid Syndroom c.q. het ME-syndroom (myalgische encephalomyelitis). NulVier verzoekt thans ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Voor het antwoord op de vraag of de reflexwerking van het opzegverbod tijdens ziekte van toepassing is, dient te worden beoordeeld of werkneemster arbeidsongeschikt is. Werkneemster stelt dat zij lijdt aan het zogeheten Chronisch Vermoeidheid Syndroom. Zij heeft dit standpunt onder meer onderbouwd met rapportage van het VermoeidheidCentrum in Lelystad. NulVier stelt daar tegenover dat de arbeids(on)geschiktheid van werkneemster zowel in mei/juni 2010 als in oktober 2010 is beoordeeld door zowel de bedrijfsarts als – in het kader van een second opinion – door het UWV en dat in alle gevallen werd geconcludeerd tot arbeidsgeschiktheid. De tegengestelde standpunten van partijen en de onderliggende rapportages zijn voor de kantonrechter aanleiding geweest tot een verhoor van de verzekeringsarts van het UWV, zulks op de voet van artikel 7:629a lid 5 BW. Op basis van de voorhanden zijnde informatie is onvoldoende aannemelijk geworden dat werkneemster niet tot werken in staat is, zodat de kantonrechter zich aansluit bij het oordeel van het UWV.

Er is overduidelijk sprake van een verstoorde arbeidsrelatie, zodat ontbinding zal worden uitgesproken. De kantonrechter acht een C=0,8 billijk.