Rechtspraak
werknemer/werkgever
Werknemer was vanaf 18 mei 2009 tot en met 31 december 2009 in loondienst van werkgever in de functie van chauffeur. Op 14 december 2009 heeft werknemer zich ziek gemeld. Werkgever heeft op de eindafrekening in totaal 104 uren op de nog openstaande, niet-genoten vakantiedagen ingehouden, in totaal € 1.399,51 bruto. Volgens werkgever was werknemer namelijk helemaal niet ziek zodat hij deze dagen mocht verrekenen met de dagen dat er ten onrechte geen arbeid was verricht.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Indien de werkgever twijfelt aan de juistheid van de door werknemer gestelde arbeidsongeschiktheid wegens ziekte, dan dient hij (werkgever) de bedrijfsarts in te schakelen. Door dit in casu niet te doen, is onvoldoende komen vast te staan dat werknemer niet arbeidsongeschikt was in de litigieuze periode. Uit artikel 7:636 BW volgt dat ziektedagen slechts met toestemming van de werknemer als vakantiedagen kunnen worden aangemerkt. Die toestemming is niet gevraagd, laat staan verleend, zodat werkgever de ziekte-uren ten onrechte als vakantie-uren heeft aangemerkt. De vordering tot betaling van het loon over de ten onrechte afgeboekte vakantie-uren zal worden toegewezen.