Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland, 16 december 2010
ECLI:NL:RBZLY:2010:BP0471
Stichting Landschap Overijssel/werknemer
Werknemer (56 jaar) is vanaf 1 mei 1982 bij de stichting in dienst. Werknemer wilde aanvankelijk de stichting verlaten, maar is daarop teruggekomen. De stichting heeft toen een passende functie voor werknemer gezocht. Thans verzoekt de stichting ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens structureel disfunctioneren. Werknemer betwist dat sprake is van disfunctioneren.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De stichting heeft onvoldoende aangetoond dat sprake is van disfunctioneren en in ieder geval werknemer onvoldoende in staat gesteld zijn functioneren te verbeteren. Uit het verweer van werknemer blijkt evenwel dat hij dermate veel aan het adres van de stichting verwijt, dat van een vruchtbare samenwerking geen sprake meer kan zijn. Tegenover de voortijdige en daardoor in zoverre ongegronde conclusie van de stichting dat werknemer haar vertrouwen onwaardig is geworden, staan de niet aannemelijk geworden verwijten van werknemer aan de stichting. Hoewel niet tot de conclusie kan worden gekomen dat het één verband houdt met het ander, kunnen die omstandigheden niet los van elkaar worden gezien als het gaat om de vaststelling dat partijen over en weer het vertrouwen in elkaar hebben verloren. Zij houden elkaar in zoverre in evenwicht, zodat een 'neutrale' factor is aangewezen. De correctiefactor zal dan ook op '1' worden gesteld.