Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Mooij Verf BV
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 12 januari 2011
ECLI:NL:RBBRE:2011:BP1803

werknemer/Mooij Verf BV

Ontslag 54-jarige arbeidsongeschikte werknemer wegens bedrijfseconomische redenen niet kennelijk onredelijk. Passende vergoeding, alternatieve functie aangeboden, geen schending van het goed werkgeverschap

Werknemer (54 jaar) is in 1986 in dienst getreden bij (de rechtsvoorganger van) Mooij Verf BV. Eind 2005 is werknemer uitgevallen wegens ziekte. Sindsdien verricht werknemer passende arbeid. Met toestemming van het UWV WERKbedrijf is de arbeidsovereenkomst van werknemer per 1 januari 2010 opgezegd wegens bedrijfseconomische redenen. Volgens werknemer is sprake van een kennelijk onredelijk ontslag.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Anders dan werknemer stelt is geen sprake van een valse of voorgewende reden. Het afspiegelingsbeginsel is juist toegepast. Werknemer was immers in het kader van zijn re-integratie werkzaam als medewerker en niet langer als vestigingsdirecteur.

Met betrekking tot het gevolgencriterium oordeelt de rechter als volgt. Vooropgesteld wordt dat sprake moet zijn van bijkomstige bijzondere omstandigheden die meebrengen dat de nadelige gevolgen van de beëindiging geheel of ten dele voor rekening van de werkgever moeten komen. Alle omstandigheden van het geval ten tijde van het ontslag moeten worden meegewogen. Relevante omstandigheden zijn onder meer de opzeggingsgrond (ligt die in de risicosfeer van werkgever of werknemer), de noodzaak van de opzegging, de duur van het dienstverband, de leeftijd van de werknemer, de financiële positie van de werkgever, de eventuele arbeidsongeschiktheid van de werknemer (relatie tussen arbeidsongeschiktheid en werk, verwijtbaarheid ten aanzien van het ontstaan daarvan, de opstelling en instelling van de werkgever ten aanzien van re-integratie), de mogelijkheden ter zake van ander passend werk, de inspanningen van de werkgever daarbij en de financiële gevolgen van het ontslag voor de werknemer (zie de uitspraken van de Hoge Raad van 27 november 2009, 12 februari 2010 en 3 september 2010, onder de respectievelijke LJ-nummers BJ6596, BK4472 en BM7049). Naar het oordeel van de kantonrechter is van bijzondere omstandigheden geen sprake. Van belang is dat Mooij Verf werknemer een andere baan heeft aangeboden in Wormerveen. De lange reisafstand is in casu onvoldoende om dit aanbod af te wijzen, zoals werknemer heeft gedaan. Voorts heeft Mooij Verf werknemer een vergoeding aangeboden van € 15.000 hetgeen in casu passend wordt geacht. Nu niet is komen vast te staan dat werknemer geen ander werk zal kunnen vinden, dient de vordering te worden afgewezen.