Naar boven ↑

Rechtspraak

werkgever/werknemer
Rechtbank Overijssel, 25 januari 2011
ECLI:NL:RBALM:2011:BP2177

werkgever/werknemer

Ontbinding arbeidsovereenkomst na geschil over concurrentiebeding. Werknemer komt geen vergoeding toe, wegens het vervallen van het concurrentiebeding waardoor werknemer in dienst kan treden van de concurrent en geen inkomensverlies lijdt

Werknemer is op 1 april 2007 bij (de voorganger van) werkgever in dienst getreden, laatstelijk als vertegenwoordiger. Bij zijn eerste arbeidsovereenkomst is hij een concurrentiebeding aangegaan. Deze arbeidsovereenkomst is tot tweemaal toe verlengd, laatstelijk voor onbepaalde tijd. Medio 2010 ontstond er een vacature bij een directe concurrent van werkgever. Werknemer heeft werkgever te kennen gegeven bij deze concurrent in dienst te willen treden. Werkgever heeft werknemer gewezen op het concurrentiebeding en heeft geweigerd het concurrentiebeding om te zetten in een relatiebeding. Thans verzoekt werkgever ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsrelatie.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Bij gelijktijdige uitspraak op 25 januari 2011 in een kortgedingprocedure, waar de problematiek inzake het concurrentiebeding specifiek aan de orde is gekomen, heeft de kantonrechter voorshands uitgemaakt dat het concurrentiebeding niet meer geldig is, omdat niet is voldaan aan het kenbaarheidvereiste (lees: schriftelijkheidsvereiste). Omdat de arbeidsovereenkomst duurzaam verstoord is geraakt, zal de kantonrechter de ontbinding per 1 februari 2011 toewijzen. Aan werknemer komt – vanwege het vervallen van het concurrentiebeding – geen vergoeding toe, nu hij bij de concurrent in dienst zal kunnen treden en derhalve geen inkomensverlies lijdt.