werknemer/Van Bon Cold Stores Beneden-Leeuwen BV

Werknemer (59 jaar) is sinds 1978 in dienst van (de rechtsvoorganger van) Van Bon. Vanaf 2006 was werknemer werkzaam in de functie vorkheftruckchauffeur. In oktober 2007 is werknemer wegens rugklachten uitgevallen voor zijn functie. Omdat de bedrijfsarts terugkeer in de oude functie niet gewenst achtte, is werknemer blijven werken in zijn passende functie als werknemer 'monsternemen'. In april 2008 is werknemer weer hersteld gemeld. De arbeidsovereenkomst met (onder meer) werknemer is met toestemming van het UWV WERKbedrijf wegens bedrijfseconomische redenen opgezegd per 22 november 2009. Volgens werknemer is het ontslag kennelijk onredelijk omdat hem geen vergoeding is toegekend. Voorts zou ten onrechte zijn aangenomen dat zijn functie 'monsternemen' is komen ter vervallen, daar hij deze functie enkel in het kader van re-integratie verricht(te). Van Bon stelt zich op het standpunt dat sprake is van 'nieuw bedongen' arbeid.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Er is geen sprake van kennelijk onredelijk ontslag. Werknemer heeft niet gesteld dat hij sollicitatiepogingen heeft ondernomen en wat de mogelijke uitkomsten daarvan (zouden) zijn. Zijn leeftijd en lichamelijke beperkingen maken zijn arbeidsmarktpositie niet sterk, maar daar staat het bedrijfseconomische belang van de werkgever tegenover. Daar komt bij dat volgens de recente maar bestendige jurisprudentie van de Hoge Raad het enkele ontbreken van een vergoeding het gegeven ontslag niet kennelijk onredelijk maakt. Ten overvloede overweegt de kantonrechter dat de financiële situatie van Van Bon geen ruimte biedt voor enige vergoeding, meer of anders dan de reeds in het kader van het Sociaal Plan aangeboden vergoeding (suppletie van 42 maanden) die werknemer heeft geweigerd. Voorts is werknemer lange tijd vrijgesteld van werkzaamheden, zodat wel degelijk een voorziening voor hem is getroffen. Anders dan werknemer meent, is de passende arbeid wel degelijk nieuw bedongen arbeid geworden, zodat niet kan worden geoordeeld dat sprake is van een voorgewende reden voor ontslag.