Rechtspraak
Corus Perfo BV/werknemer
Werknemer heeft op 26 maart 2004 in de uitoefening van zijn werkzaamheden een ongeval gehad. Hij is toen aan het hoofd geraakt door een stang die uit de laadruimte van een vrachtwagen viel, welke vrachtwagen kort daarvoor door de chauffeur (niet zijnde een medewerker van Corus) de productiehal van Corus was ingereden, teneinde te worden gelost. De kantonrechter heeft Corus aansprakelijk geacht voor de schade. Tegen dit oordeel keert Corus zich in hoger beroep.
Het hof oordeelt als volgt. Partijen verschillen weliswaar van mening omtrent de juiste toedracht van het ongeval, maar dat doet aan het feitelijk gebeuren van het ongeval niet af. Van de werknemer kan immers niet worden verlangd dat hij ook aantoont hoe het ongeval zich heeft toegedragen of wat daarvan de (exacte) oorzaak is (HR 4 mei 2001, NJ 2001, 377). Het hof onderschrijft het oordeel van de kantonrechter dat aan het lossen van zwaar rijdend materieel altijd zekere risico's zijn verbonden, in die zin dat, nadat de vrachtwagen tot stilstand is gekomen en de laadruimte wordt geopend, materiaal uit die vrachtwagen kan vallen. Naast een stang als in het onderhavige geval, zou daarbij kunnen worden gedacht aan (delen van) houten pallets en/of achtergebleven hulpmateriaal (bijvoorbeeld sjorbanden, houten blokken of gereedschap). Daarbij loopt iemand die niet bij het inladen betrokken is geweest een iets groter risico omdat hij niet weet wat zich waar bij het inladen bevond. Vast staat dat Corus geen specifieke veiligheidsmaatregelen had getroffen voor haar werknemers die op enigerlei wijze bij het lossen van vrachtwagens betrokken waren, waarbij gedacht kan worden aan het beschikbaar stellen van een veiligheidshelm. Wel staat vast dat Corus haar werknemers had verboden om bij loswerkzaamheden te assisteren. Het hof overweegt dat indien sprake was van een duidelijk, voor ieder kenbaar verbod in voormelde zin, Corus ook geen verdere veiligheidsmaatregelen voor loswerkzaamheden behoefde te treffen. Het hof overweegt dat Corus onvoldoende heeft gesteld, laat staan aannemelijk gemaakt, dat, periodiek, op de juiste naleving van die instructie toezicht werd gehouden en dat bij herhaling is gewaarschuwd voor de mogelijke aan het openen van de laadbak verbonden gevaren. Daarbij wordt aangetekend dat eerst na het ongeval de instructies voor het lossen van vrachtwagens door Corus zijn aangescherpt. Wegens het schenden van deze nalevingsplicht, heeft Corus haar zorgplicht geschonden.