Flexoplast BV/werknemer

Werknemer (48 jaar) is op 1 december 1994 in loondienst getreden van LPF Flexible Packaging B.V. welke vennootschap, evenals Flexoplast, onderdeel is van de Clondalkin Group te Dublin. Per 15 oktober 2003 is hij tot statutair directeur van Flexoplast benoemd en per 1 januari 2004 bij haar in dienst getreden. De positie van statutair directeur heeft werknemer tot 1 augustus 2008 bekleed. Daarna is hij een aantal jaren gedetacheerd geweest bij Wentus Kunststoff GmbH, eveneens behorende tot de Clondalkin Group. Ingaande per 1 april 2010 is door Clondalkin een divisiestructuur ingevoerd en behoren Flexoplast en Wentus tot de 'Business Unit Engineered Films'. Werknemer is tot 'director' van deze businessunit benoemd. Werknemer is op 23 november 2010 op non-actief gesteld. Thans verzoekt Flexoplast ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsrelatie.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Omdat werknemer zich niet verzet tegen de verzochte ontbinding, zal deze worden toegewezen. Werknemer is in ongeveer een half jaar tijd zijn goodwill kwijtgeraakt die hij in de daaraan voorafgaande 15 jaren heeft opgebouwd. Dat is niet onmogelijk, maar wel opmerkelijk. Het betekent dat het functioneren van werknemer in bedoeld half jaar behoorlijk onder de maat moet zijn geweest. Flexoplast kan de verwijten aan het adres van werknemer onvoldoende aannemelijk maken. Voor zover zij werknemer verwijt niet goed te functioneren, had het op de weg van Flexoplast gelegen een verbetertraject in te gaan. Door dit alles na te laten, dient aan werknemer een vergoeding van C=1,4 toe te komen (€ 400.000).