Naar boven ↑

Rechtspraak

EDL/werknemer
Rechtbank Rotterdam, 31 augustus 2010
ECLI:NL:RBROT:2010:BP5077

EDL/werknemer

Ontbinding wegens bedrijfseconomische redenen leidt tot C=1. Contractuele anciënniteitsgarantie en vergoeding conform de kantonrechtersformule. Oude of nieuwe kantonrechtersformule?

Werknemer is op 1 januari 2007 in dienst getreden van EDL. In artikel 23 van de arbeidsovereenkomst is het volgende bepaald: 'De werkgever zal het arbeidsverleden van de werknemer vanaf 1 oktober 1974 overnemen en onderdeel maken van deze "arbeidsovereenkomst" met uitzondering van de verplichtingen van werkgever met betrekking tot pensioenopbouw. Middels dit artikel zal de indiensttreding met terugwerkende kracht plaatsvinden op 1 oktober 1974. Indien deze arbeidsovereenkomst eenzijdig door de werkgever wordt beëindigd voor het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van de werknemer zal 1 oktober 1974 de officiële indiensttreding zijn en het uitgangspunt vormen voor de zgn. Kantonrechtersformule.' Werknemer is op basis van een detacheringsovereenkomst per 1 december 2008 bij Containerships tewerkgesteld. Containerships heeft ten tijde van de detacheringsovereenkomst maandelijks 55% van de salariskosten van werknemer aan EDL betaald. EDL heeft in 2009 de aandelen van Containerships terugverkocht. EDL en Containerships hebben afgesproken dat Containerships werknemer een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zou aanbieden waarna Containerships in maart 2010 werknemer een dienstbetrekking voor onbepaalde tijd heeft aangeboden. Werknemer heeft het aanbod afgewezen. Containerships heeft de detacheringsovereenkomst per 30 april 2010 opgezegd. Met ingang van 1 mei is werknemer vrijgesteld van werkzaamheden. Thans verzoekt EDL ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische redenen (verval van functie). Volgens EDL is een vergoeding ad € 150.000 passend. Zij wijst op de korte duur van het dienstverband, de economische crisis en het wetsvoorstel limitering ontslagvergoedingen.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Door het vervallen van de functies van werknemer is sprake van een verandering van de omstandigheden die van dien aard is dat deze een gewichtige reden vormt voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Dat aan werknemer een vergoeding toekomt staat tussen partijen vast. Partijen verschillen evenwel van mening over de hoogte. Volgens werknemer volgt uit artikel 23 van de arbeidsovereenkomst dat de 'oude kantonrechtersformule' gehanteerd dient te worden. Niet alleen de tekst van artikel 23.1 wijst niet in die richting, ook het karakter van de kantonrechtersformule biedt voor de interpretatie van werknemer geen steun. De kantonrechtersformule is immers niet een voor onbeperkte duur vastgestelde formule. Bij de totstandkoming van de kantonrechtersformule in 1996 is besloten dat deze van tijd tot tijd zou worden geëvalueerd om deze aan ontwikkelingen in de maatschappij aan te kunnen passen. Dit heeft ertoe geleid dat sinds 1 januari 2009 de 'nieuwe' kantonrechtersformule toepassing vindt. Voor het gewogen aantal dienstjaren zal wel worden aangesloten bij de tekst van de arbeidsovereenkomst (derhalve een dienstverband vanaf 1974).

Het niet accepteren van het aanbod bij Containerships in dienst te treden, vormt in casu geen reden om de C-factor naar beneden bij te stellen. Werknemer zou hierdoor zijn anciënniteit verliezen alsmede een lager loon ontvangen. Een vergoeding aan werknemer ten laste van EDL ten bedrage van € 299.970 (C=1) is dan ook op zijn plaats.