Rechtspraak
Rechtbank Noord-Nederland, 22 februari 2011
ECLI:NL:RBASS:2011:BP6520
Stichting Veiligheidszorg Drenthe/werknemer
Werknemer is sinds 25 augustus 2009 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst van de Stichting Veiligheidszorg Drenthe (tot 25 augustus 2011), in de functie van toezichthouder bij Z-college gedurende 32 uur per week. Z-college heeft werknemer aangeboden leerlingadministratie te volgen op vrijdagen. De Stichting hield bij de inroostering van werknemer zo veel mogelijk rekening met deze werkzaamheden. Op vrijdag 7 januari 2011 was werknemer ingeroosterd te werken op zijn 'stagedag'. Werknemer heeft geweigerd te werken en heeft zijn stage gevolgd (opleiding). Daaropvolgend heeft de Stichting werknemer geschorst en hem enige dagen later strafontslag verleend. Werknemer heeft de nietigheid van dit ontslag op staande voet ingeroepen. Thans verzoekt de Stichting voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Er is geen sprake van een rechtsgeldig ontslag op staande voet. Allereerst ontbreekt de onverwijldheid van de opzegging. Daarnaast is er geen sprake van een dringende reden. Daarbij speelt onder meer een rol dat geen sprake is van een hardnekkige werkweigering (maar van een incident) en de omstandigheid dat werknemer al sinds zijn indiensttreding van maandag tot en met donderdag werkzaam was en al lange tijd steeds op vrijdagen was vrijgeroosterd voor zijn stage/opleiding. Van een klemmende noodzaak werknemer plotseling op vrijdag in te roosteren is niet gebleken. Waar werknemer blijkens de verklaring van de rector van het Z-college tot volle tevredenheid heeft gefunctioneerd als toezichthouder op het Z-college zal het directe contact tussen werknemer en de Stichting in de dagelijkse praktijk echter zeer beperkt kunnen zijn als werknemer weer feitelijk te werk zal worden gesteld bij het Z-college. Nu ook overigens niet is gebleken van beletselen om werknemer weer te detacheren bij het Z-college, hoeven de door de stichting aangevoerde gewijzigde omstandigheden er dus niet aan in de weg te staan dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen gewoon kan worden voortgezet tot het van rechtswege eindigen daarvan op 25 augustus 2011. Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.