Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Transavia Airlines CV
Rechtbank Noord-Holland, 16 maart 2011
ECLI:NL:RBHAA:2011:BP7865

werknemer/Transavia Airlines CV

Wedertewerkstelling gezagvoerder Transavia na vertrouwensbreuk met bestuur. Tewerkstelling toegewezen omdat werknemer geen managementfunctie meer bekleedt. Vordering tot rehabilitatie in kort geding afgwezen

Werknemer (47 jaar) is sinds 1986 bij Transavia in dienst als gezagvoerder. Hij bekleedt sinds 2002 tevens de nevenfunctie van Hoofd Vliegdienst. In juni 2010 hebben werknemer en de toenmalige algemeen directeur van Transavia onderhandeld over de benoeming van werknemer in de nevenfunctie van Hoofd Operational Control Centre (OCC). Partijen zijn een zogenoemde 'beschermingsclausule' overeengekomen, ingevolge waarvan aan werknemer bij het beëindigen van de nevenfunctie Hoofd OCC een eenmalige vergoeding van € 345.000 toekomt en uitoefening van zijn functie als gezagsvoerder ongewijzigd blijft. Partijen zijn vervolgens aanvullend overeengekomen dat werknemer ook op deze vergoeding aanspraak kan maken, indien de algemeen directeur Transavia zal verlaten en daardoor redelijkerwijs de voortzetting van de nevenfunctie van Hoofd OCC niet meer van werknemer kan worden verlangd. Aanleiding voor deze aanvullende afspraken was volgens werknemer de volgende. Eind 2009 is vanuit KLM en/of de raad van commissarissen druk uitgeoefend op Transavia om hem te ontslaan. De directie van Transavia heeft naar een tussenoplossing gezocht en dat heeft erin geresulteerd dat hij is overgeplaatst van de nevenfunctie Hoofd Vliegdienst naar de nevenfunctie Hoofd OCC. Werknemer heeft zich hierin geschikt hoewel de ontheffing uit de nevenfunctie Hoofd Vliegdienst voor hem een enorme demotie inhield. Hij voelde zich gesteund door de algemeen directeur en wilde een waarborg dat indien de algemeen directeur zou vertrekken, hij een vergoeding zou krijgen. Werknemer werd hiermee in een machtspositie gebracht, omdat hij eenzijdig kon bepalen of hij de voorwaarden zou inroepen en daarnaast een belangrijke veiligheidsfunctie zou kunnen neerleggen waarmee de hele bedrijfsvoering van Transavia in gevaar zou komen. Werknemer heeft, na het vertrek van de algemeen directeur, aanspraak gemaakt op de vergoeding. Na een onderzoek op verzoek van de raad van commissarissen naar (met name) de aanvullende overeenkomst, heeft Transavia werknemer op non-actief gesteld. Thans vordert werknemer wedertewerkstelling als gezagvoerder en interne en externe rehabilitatie.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De vordering tot wedertewerkstelling wordt toegewezen. De kantonrechter overweegt daartoe het volgende: Tussen partijen staat niet ter discussie dat eiser een onbesproken staat van dienst heeft als gezagvoerder. Niet is gebleken van bezwaren voor het uitoefenen van deze functie, daarbij in aanmerking genomen dat hij geen managementfunctie zal bekleden zodat van een directe samenwerking tussen eiser en het bestuur van Transavia geen sprake hoeft te zijn. De vordering Transavia te veroordelen tot interne en externe rectificatie is niet toewijsbaar. Nog afgezien van de onmogelijkheid om – voor wat betreft de externe rectificatie – het Haarlems Dagblad een rectificatie op te leggen, nu het hier om een derde gaat die geen partij is in deze procedure, is rehabilitatie niet mogelijk nu thans niet eenduidig kan worden vastgesteld dat werknemer geen enkel verwijt treft ten aanzien van de gebeurtenissen die aanleiding hebben gegeven tot de non-actiefstelling. De directe aanleiding voor Transavia om werknemer op non-actief te stellen vloeide voort uit de conclusies van het door haar verrichtte onderzoek naar de gang van zaken rondom de totstandkoming van de aanvullende overeenkomst en de wijze waarop werknemer van deze aanvullende overeenkomst gebruik heeft gemaakt. Transavia verwijt werknemer meer in het bijzonder (maar niet uitsluitend) dat hij afspraken heeft gemaakt die strijdig zijn met de belangen van Transavia, werknemer misbruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid door op 29 november 2010 onmiddellijk en eenzijdig te bepalen dat hij in aanmerking kwam voor de vergoeding waarbij hij zijn nevenfunctie neerlegde en Transavia verwijt werknemer dat hij oneigenlijke druk heeft uitgeoefend op Transavia door de continuering van het Postholdership AOC afhankelijk te stellen van de betaling van de vergoeding. Hiervoor is nader onderzoek nodig.