Rechtspraak
Zorgpunt Thuiszorg BV/werknemer
Werknemer is sinds 1 september 2010 op grond van een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst van Zorgpunt in de functie van Zorgmanager Regio Maastricht. Werknemer was voorheen als zogenoemde zzp'er werkzaam voor Zorgpunt. Dit bracht onduidelijkheden met zich, met name in de hiërarchische verhouding met de directeur van Zorgpunt. Vandaar dat partijen voornoemde arbeidsovereenkomst gesloten hebben. Thans verzoekt Zorgpunt ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Werknemer zou meermalen het geheimhoudingsbeding hebben geschonden, in strijd met privacyregels van cliënten hebben gehandeld (informatie lekken), zich naar buiten toe als de directeur hebben opgesteld en hoewel daartoe onbevoegd arbeidsovereenkomsten hebben ondertekend. Volgens Zorgpunt is geen sprake van een vruchtbare samenwerking, zodat ontbinding geboden is. Werknemer is sinds 24 januari 2011 ziek.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Voor zover in casu het opzegverbod tijdens ziekte al van toepassing is (onduidelijk is immers of sprake is van ongeschiktheid wegens ziekte of wegens een arbeidsconflict), houdt het ontbindingsverzoek geen verband met de ziekte, zodat aan de reflexwerking van artikel 7:670 BW kan worden voorbijgegaan. De arbeidsovereenkomst tussen partijen zal op grond van veranderingen in de omstandigheden ontbonden worden, nu verdere samenwerking tussen partijen niet meer mogelijk geacht moet worden. Werknemer kan hiervan weliswaar een verwijt gemaakt worden, maar ook de directeur, althans Zorgpunt, heeft aanzienlijke steken laten vallen. De directeur heeft immers niets ondernomen om het conflict op te lossen of in te dammen en hetzelfde geldt voor de bij Zorgpunt opererende raad van commissarissen. Niet alleen heeft de directeur dit nagelaten maar hij heeft bovendien olie op het vuur gegooid door zonder meer (en te kort door de bocht) het standpunt in te nemen dat werknemer op 24 januari 2011 ontslag genomen had. Aan werknemer zal derhalve naar billijkheid een vergoeding toegekend worden ter hoogte van € 4.000 bruto, welk bedrag spoort met de aan beide partijen te maken verwijten voor het ontstaan en voortbestaan van de impasse in de onderlinge verhouding. De ontbindingsdatum wordt bepaald op 30 april 2011 (einde van de dag).