Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Albert Heijn
Rechtbank Limburg, 24 februari 2011
ECLI:NL:RBMAA:2011:BP9320

werknemer/Albert Heijn

Pro-formaontbindingsbeschikking Kantonrechter Maastricht

Werknemer verzoekt de ontbinding van de arbeidsovereenkomst met AH wegens gewichtige redenen bestaande in een zodanige verandering in de omstandigheden, dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd dient te eindigen. Ter staving van zijn verzoek voert werknemer – kort weergegeven – aan dat als gevolg van een tussen partijen gerezen verschil van inzicht over de wijze waarop werknemer zijn taak bij AH dient uit te oefenen, een verdere samenwerking niet langer mogelijk is. AH heeft tegen toewijzing van dat verzoek gemotiveerd verweer gevoerd. Niettemin is door AH erkend dat verdere samenwerking tussen partijen problematisch zal zijn.

De kantonrechter oordeelt als volgt (pro forma). Zonder dat kan worden vastgesteld dat aan een van de partijen daarvan een doorslaggevend verwijt kan worden gemaakt, is de kantonrechter van oordeel dat uit de stukken en de daarop ter zitting gegeven toelichtingen voldoende aannemelijk is geworden dat sprake is van een verandering in de omstandigheden die tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst dient te leiden. De kantonrechter zal de arbeidsovereenkomst ontbinden met ingang van 1 april 2011. AH heeft aangeboden in dat geval een vergoeding van € 95.000 bruto aan werknemer te voldoen, een bedrag dat ook voor werknemer acceptabel is. AH heeft eveneens aangeboden de kosten van rechtsbijstand van werknemer tot een maximumbedrag van € 8.500 exclusief btw voor haar rekening te nemen. Ook de kantonrechter komt een dergelijk bedrag in de gegeven omstandigheden billijk voor, zodat dienovereenkomstig beslist wordt. Omdat de vergoeding toegekend wordt conform het aanbod van AH, kan reeds thans een eindbeslissing worden gegeven.