Naar boven ↑

Rechtspraak

trainer/Koninklijke Nederlandse Voetbalbond
Rechtbank Midden-Nederland, 22 april 2011
ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ2452

trainer/Koninklijke Nederlandse Voetbalbond

Functieontzegging en boeteoplegging van hoofdtrainer amateurvoetbal door KNVB dienen deels geschorst te worden, omdat trainer niet op de hoogte was van eerder jegens hem genomen sancties. Geen ruimte voor rechterlijke toetsing tijdens lopend hoger beroep bij de commissie van beroep KNVB

Aan een hoofdtrainer van de eerste elftallen van amateurvoetbalverenigingen S.V. Huizen (uitkomend in de Zaterdag Hoofdklasse) en V.V. Hillegom (uitkomend in de Zondag 3e klasse), is aanvankelijk een functieontzegging gedurende vijf wedstrijden door de tuchtcommissie van de KNVB opgelegd. Nadien is hem tevens een boete opgelegd, omdat hij zich niet aan deze functieontzegging zou houden alsmede een schorsing van twee maanden wegens het zich opnieuw schuldig maken aan wangedrag. Op 29 maart 2011 heeft de tuchtcommissie de trainer van 25 juli 2011 tot 25 juli 2012 geschorst, wegens bedreiging van een scheidsrechter en KNVB-medewerker(s). De hoofdtrainer stelt zich op het standpunt dat hij niet bekend was met de eerste aan hem opgelegde sanctie en beroept zich derhalve op artikel 2:15 BW. Van de overige sancties vordert de trainer schorsing totdat op zijn beroep bij de commissie van beroep is beslist.

De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Over de schorsing voor de duur van een jaar heeft de commissie van beroep nog niet beslist. Ten aanzien van die schorsing is, vooruitlopend op de uitkomst van het beroep, in dit kort geding geen plaats voor rechterlijke toetsing. De toetsing van dat besluit is, overeenkomstig het toepasselijke reglement, primair voorbehouden aan de commissie van beroep. Ter zitting heeft de voorzitter van de commissie van beroep te kennen gegeven dat de uitspraak in het beroep vóór 25 juli 2011, de aanvangsdatum van de schorsing, te verwachten is. Indien de commissie van beroep dat niet mocht halen, kan de trainer zich ingevolge artikel 84 lid 2 van het reglement tot de voorzitter van de commissie van beroep wenden met het verzoek de tenuitvoerlegging van de schorsing op te schorten. Bij een voorziening voor de periode vanaf 25 juli 2011, wanneer het lopende voetbalseizoen inmiddels is geëindigd, heeft de trainer voorts geen belang, omdat hij de hem ter zitting voorgehouden berichtgeving in regionale kranten, waarvan de strekking is dat hij volgend seizoen als hoofd opleidingen werkzaam zal zijn voor de Amerikaanse voetbalclub Michigan Rush, onvoldoende gemotiveerd heeft weersproken. Met betrekking tot de eerdere functieontzeggingen is de voorzieningenrechter van oordeel dat de trainer zich hiervan niet bewust kon zijn, zodat de straffen dienen te worden geschorst totdat in de bodemzaak is beslist.