Naar boven ↑

Rechtspraak

Vilans/werknemer
Rechtbank Limburg, 18 april 2011
ECLI:NL:RBMAA:2011:BQ6534

Vilans/werknemer

Ontbindingsverzoek wegens disfunctioneren afgewezen. (Dis)functioneren van werkneemster die circa 15 jaar tot tevredenheid heeft gewerkt niet op een deugdelijke en objectieve wijze onderzocht

Vilans heeft in 2009 de locatie waar werknemer werkzaam was gesloten. Voor werkneemster betekende dit dat zij haar werkzaamheden voor 40% op een andere locatie zou verrichten en voor 60% thuis. In 2009 heeft werkneemster ouderschapsverlof genoten en heeft daarna 20 in plaats van 24 uur gewerkt. Vanaf 18 februari 2011 is zij vrijgesteld van werkzaamheden. Thans verzoekt Vilans ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verandering in omstandigheden (disfunctioneren). Vilans voert daartoe het volgende aan. Bij aanvang van de functie is met werkneemster afgesproken dat zij – zeker op het terrein van projectleiderschap en acquisitie – diende te voldoen aan de door Vilans te stellen beoordelingscriteria, onder verwijzing naar het in dezen toepasselijke Functiehandboek. Tijdens het R:O-gesprek van 10 februari 2009 is geconstateerd dat werkneemster nog niet functioneert op het gewenste niveau en dat bij werkneemster nog de nodige competenties dienen te worden ontwikkeld. Een en ander is met werkneemster besproken en Vilans is gestart met een verbetertraject, waarin concrete afspraken zijn vastgelegd. Vilans heeft werkneemster tijdens een op 29 november 2010 gehouden bijeenkomst medegedeeld dat zij van oordeel is dat werkneemster (nog steeds) onvoldoende functioneert en dat ontwikkelpunten, die al vanaf februari 2009 zijn benoemd, onvoldoende gerealiseerd zijn.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Vilans heeft het (dis)functioneren van werkneemster niet op een deugdelijke en objectieve wijze onderzocht, noch heeft Vilans op adequate wijze een verbeterplan aangeboden. Indien een professioneel medewerker werkzaam in een functie op dit niveau gedurende circa 15 jaar tot tevredenheid heeft gewerkt, zou het bij enige gerede twijfel over haar functioneren door een – recent benoemde – leidinggevende gepast zijn geweest een objectief extern oordeel te laten vaststellen aan de hand van verifieerbare criteria, waaraan de mening van die leidinggevende kan worden getoetst. De thans gevolgde procedure wekt de indruk dat een 'scenario' is gevolgd teneinde een vooraf geformuleerde conclusie te kunnen rechtvaardigen. Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.